Heilige, martelares van Syrmium, vermoedelijk onder keizer Diocletianus (± 304), wier gebeente onder keizer Leo I (457-474) met grote luister naar Constantinopel werd overgebracht. Tegen het einde der 5de eeuw begonnen de Byzantijnen te Rome op 25 Dec. haar feestdag te vieren in de Hofkerk nabij het Forum, welke waarschijnlijk gesticht was door Anastasia, een stiefzuster van Constantijn den Grote.
Toen hadden zij zo’n grote invloed, dat zij van den paus gedaan kregen, dat hij na de mis van Kerstnacht naar hun kerk kwam om ook ter ere van hun patrones het H. Offer op te dragen. Daarna volgde de dagmis op de Vaticaanse heuvel en aldus zijn de drie missen van Kerstmis ontstaan. Toen de Griekse invloed te Rome weer verminderd was, werd de dageraadsmis wel niet afgeschaft, maar aan de H. Anastasia werd enkel nog driemaal een gedachtenis gehouden, terwijl het misformulier voor het overige slechts betrekking zou hebben op het eigenlijke Kerstmysterie. Sommige geleerden hebben de mening geuit, dat Anastasia een verbastering kon zijn van Anastasis, maar Mgr Kirsch heeft voldoende bewezen, dat zulk een hypothese ongegrond is en niets oplost.
Haar naam komt voor in de Canon van de H. Mis en de Litanie van Allerheiligen. Zij wordt aangeroepen tegen hoofdpijn; zij is ook patrones van de perscensuur. Daarom voorgesteld met een schaar.