Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Amon

betekenis & definitie

(Ammon, Amoen), naam van een Egyptischen god, door de Grieken met Zeus gelijkgesteld. Als God van Thebe is hij met deze stad groot geworden.

Sommige koningen der 12de dynastie, die uit Thebe afkomstig was, noemen zich naar hem (Amenemhet), doch eerst in het Nieuwe Rijk, wanneer Thebe residentie wordt, wordt de macht van Amon van betekenis. De grote tempel van Karnak, het geweldige complex, waaraan alle koningen van het Nieuwe Rijk hebben gebouwd, geeft daarvan thans nog een indruk. Onmetelijke rijkdommen werden door de zegevierende koningen uit de buit aan den god geschonken, die als hun vader werd beschouwd. Zo werd de priesterschap van Amon een financiële en politieke macht naast den koning, een staat in de staat.Onder de zwakke laatste koningen der 19de dynastie was de koningsmacht nog slechts een schaduw; de werkelijke machthebber was de hogepriester van Amon, die tenslotte zelf de troon besteeg. Eigenlijk bestuurde in deze theocratische staat de god zelf het land door orakels. In theorie was de koning-hogepriester slechts het werktuig van den God.

Amon, die later gewoonlijk Amon-Re genoemd wordt, is in deze tijd een god van universele betekenis, „de enige, die alleen is, de grote god, die alles geschapen heeft”, de god, die zich in de zon openbaart en toch ook weer verborgen is voor goden en mensen. Vele dezer gedachten zijn waarschijnlijk zeer oud; het is zeer goed mogelijk, dat zijn naam werkelijk „de Verborgene” betekent.

Naast hem staan in Thebe zijn gemalin Moet en hun zoon Chonsoe. Hijzelf wordt gewoonlijk afgebeeld als mens met twee hoge veren op het hoofd; soms ook als ram of als gans.

Door het bezoek van Alexander den Grote is de tempel van Amon in de oase Siwa zeer bekend geworden.

Lit.: K. Sethe, Amun und die acht Urgötter von Hermopolis (Berlin 1929).

< >