Heilige, geloofsprediker uit de 7de eeuw, was waarschijnlijk een monnik in Aquitanië en kwam, door zijn ijver gedreven, naar Noord-Gallië, o.m. in het gebied, dat nu België heet, waar hij in zijn strijd tegen het heidendom ook krachtig door de Frankische koningen Dagobert en Sigebert II werd gesteund. Of hij bisschop van Maastricht is geweest of enkel bisschop zonder vaste zetel, is moeilijk uit te maken.
Zelfs over zijn werkzaamheid te Gent en te Antwerpen blijven we in het onzekere. Ook wordt zijn apostolaat onder de Basken en de Slaven in twijfel getrokken. Maar vast staat, dat hij vele kerken en kloosters heeft gesticht, als blijvende centra van christelijke beschaving. Het hoofdkwartier van dezen vreedzamen veroveraar was het klooster dicht bij Valenciennes, dat later naar hem werd genoemd. Volgens zijn testament, waarvan de authenticiteit ook al niet helemaal vaststaat, wilde hij daar ter plaatse worden begraven. Hij stierf 6 Febr. 676(?). Zijn stoffelijk overschot is in de storm der Franse Revolutie verdwenen. In een Utrechtse litanie der 12de eeuw wordt onder de heiligen ook Amandus aangeroepen. Zijn feestdag valt op 6 Februari.In de beeldende kunst wordt hij voorgesteld als bisschop met staf en boek; soms, o.a. in de Sint Peter te Salzburg, met een slang om de arm (zilveren beeldje), daar de legende verhaalt, dat het eiland Ogia bij La Rochelle door zijn voorspraak van een slangenplaag verlost zou zijn. Zijn figuur en taferelen uit zijn leven ontmoet men in moderne Zuid-Limburgse kerken als fresco en ook in het werk van hedendaagse Limburgse glazeniers.
Lit.: Krusch, Monumenta Germaniae Histor., Scriptores rerum Merovingicarum,dl V ;de Moreau, Saint Amand (Louvain 1927); H. Claeys, Sint Amand, apostel v. Vlaanderen (Thielt 1913); v. d. Essen, Etude crit. et lit. sur les Vitae des Saints mérovingiens de l’ancienne Belgique (Louvain 1907).