is de naam van verschillende koningen van ARAGON.
Alfonsus I,
de Strijdvaardige (el Batallador) bijgenaamd, omdat hij volgens de overlevering in 29 veldslagen overwonnen had, regeerde van 1104-1134; hij was een-zoon van Sancho V en opvolger van zijn broeder Pedro I. Hij huwde in 1109 met Urraca, de dochter en erfgename van Alfonsus VI van Castilië en nam na de dood van zijn schoonvader de titel aan van koning van dat land. Zijn eerzuchtige vrouw wilde haar erfland zelf beheren, en de verdeeldheid der beide echtgenoten eindigde met een oorlog. Bij de vrede van 1114 moest Alfonsus afstand doen van Castilië en het concilie te Palencia ontbond zijn huwelijk. Gelukkiger was hij aanvankelijk in zijn strijd tegen de Moren. Hij veroverde Saragossa (1118), en streed daarna in de kuststreek tot bij Valencia, doch leed op 7 Sept. 1134 een nederlaag bij Fraga en overleed kort nadien in het klooster van S. Juan de la Pena. Hij was een ijverig beschermer van de opkomende steden.
Alfonsus II
(1162 - 26 Apr. 1196), bestreed Navarra en Castilië en maakte zich meester van Provence, na de dood van zijn neef graaf Ramón-Berengarius. Hij voerde ook oorlog tegen de Moren en ontrukte hun de stad Teruel. De troubadours vonden in hem een beschermer en een volgeling.
Alfonsus III
(1285-1291), bijgenaamd el Liberal, had van het begin van zijn regering af moeilijkheden met de adel, wat hem nochtans niet belette Minorca te veroveren (1287). Hij moest wat later aan de adel uitgebreide voorrechten toestaan en bekrachtigde in dat verband het Union-privilegie op de in 1288 gehouden Cortesvergadering te Saragossa, waarbij werd bepaald, dat deze elk jaar mochten bijeenkomen en dat de koning zonder toestemming der Cortes geen maatregelen tegen een lid der standen mocht nemen.
Alfonsus IV,
de Goedaardige bijgenaamd (1327-1336), zoon van Jaime II. Zijn zwakheid veroorzaakte een opstand in het koninkrijk Valencia en lokte conflicten uit tussen leden van de koninklijke familie.
Alfonsus V,
de Grootmoedige bijgenaamd (geb. 1396), zoon en opvolger van Ferdinand den Rechtvaardige (2 Apr. 1416-Napels 27 Juni 1458). Evenals zijn voorganger heerste hij over de koninkrijken Aragon, Valencia, Majorca, Sicilië, Sardinië en over het graafschap Barcelona. Hij poogde tevergeefs ook Corsica effectief onder zijn gezag te brengen. Door Johanna II van Napels te hulp geroepen tegen Lodewijk III van Anjou, veroverde hij in 1421 Napels, maar kreeg daarna moeilijkheden met de ondankbare koningin, die hem nochtans als zoon had aangenomen en als troonsopvolger had aangewezen. Anjou maakte hiervan gebruik om het koninkrijk Napels opnieuw te bezetten. Bij de dood van Johanna (1435), die inmiddels René van Anjou tot opvolger had aangewezen, ontstond een coalitie om den Aragonees te beletten meester te worden te Napels. Na een mislukte belegering van Gaeta, werd Alfonsus op 5 Aug. 1435 gevangengenomen door de Genuezen en aan den hertog van Milaan, Filippo Maria Visconti uitgeleverd. Door dezen vrijgelaten, hervatte Alfonsus de strijd tegen René van Anjou en deed opnieuw zijn intrede te Napels op 12 Juli 1442. Sedertdien keerde hij niet meer naar Spanje terug, alhoewel vooral in Catalonië meer dan eens opstand dreigde, en er oorlog heerste met Castilië. Hij deed dan ook vooral aan Italiaanse politiek. Daarenboven steunde hij Skanderbeg tegen de Turken in Albanië en knoopte betrekkingen aan met Abessinië. Hij voerde in Zuid-Italië verschillende Spaanse instellingen in, en ook aan het hof zegevierde het hispanisme. Napels kende onder zijn bestuur een heropleving van kunst en letteren.
Lit.: J. Ametller, Alfonso V en Italia (2 d., Gerona igo3-’o4); C. Marinesco, Alfonse V et F Albanië de Scanderbeg (Paris 1923).