Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Ahazia

betekenis & definitie

(Hebr.: achaz-jahu of jehô-achaz „Jahwe houdt vast”).

1. Koning van Israël, 856-855 v. Chr., zoon en opvolger van Achab, raadpleegt in zijn ziekte, die een gevolg is van een val door een tralievenster, den god van Ekron, den Beëlzebub, waarvoor hem door Elia de vroege en kinderloze dood aangekondigd wordt. Onder hem maakt Moab zich van Israël onafhankelijk, zie I Kon. 22 : 52 v.v.; II Kon. 1.
2. Koning van Juda, 845-844 v. Chr., zoon van koning Joram van Juda en (door zijn moeder Athalia) kleinzoon van Achab, dus neef van den vorige en van diens broer en opvolger Joram van Israël, als wiens bondgenoot en vazal hij tegenHazaël van Damascus optrekt (II Kon. 8 : 26 v.v.); hij wordt door den koningsmoordenaar Jehu te Jizreël dodelijk gewond, sterft te Megiddo, wordt begraven te Jeruzalem. Het verhaal van de dubbele koningsmoord (in II Kon. 9) behoort tot de meest levendige en aanschouwelijke in het Oude Testament. PROF. DR F. M. TH. BÖHL

Lit.: R. Kittel, Gestalten und Gedanken in Israel (1926), blz. 223 v.v.

< >