naam van twee Utrechtse bisschoppen.
I, bisschop van Utrecht (866-899), werd door de Noormannen gedwongen zijn zetel naar Deventer te verplaatsen.
II, bisschop van Utrecht (1010-1026), was opgevoed in de school van bisschop Notker van Luik en bekleedde voor zijn benoeming keizerlijke ambten. Hij moest vaak het zwaard hanteren, maar niet altijd met succes; in 1018 leden hij en zijn bondgenoten een grote nederlaag bij Vlaardingen tegen graaf Dirk III (van Holland). Hij herbouwde de in 1017 afgebrande St Maartenskerk (zgn. Dom van Adalbold, voltooid in 1023). Adalbold was een der geleerdste mannen van zijn tijd; op zijn naam staat een fragment ener biographie van zijn vriend keizer Hendrik II, de Vita Heinrici. Hij overleed op 27 Nov. 1026.
Lit.: C. Pij nacker Hordijk, Lijsten van prelaten voor 1300 (Groningen 1911), blz. 17-18, 23-24; J. Romein, Geschiedenis der Noord-Nederlandsche geschiedschrijving in de Middeleeuwen (Haarlem 1932), blz. 30-33.