Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Aardebaan

betekenis & definitie

is de dam of dijk, welke dient tot grondslag voor een kunst- of spoorweg. In de spoorwegbouw wordt de aardebaan de onderbouw genoemd, in tegenstelling met de bovenbouw, die ballastbed, dwarsliggers en rails omvat.

De aardebaan bestaat bij voorkeur uit zand, dat tegen verstuiven en tot vastlegging bekleed wordt met een laag teelaarde of klei. Bij de aanleg begint men met deze grondsoorten tot een voldoende hoeveelheid uit te steken en op zijde te leggen, evenals bij grasland de afgestoken graszoden, welke later op de kleibekleding worden aangebracht.Deze bekleding moet echter het water, hetwelk door regen of andere oorzaken in de aardebaan kan dringen, niet opsluiten, omdat het zand door oververzadiging met water boven het naastliggend terrein tot de toestand van loop- of drijfzand kan overgaan en dan papperig wordt. Daaraan wordt het spoorwegongeluk toegeschreven, dat op 13 Sept. 1918 bij de brug over het Merwedekanaal nabij Weesp plaats had, waarbij 41 personen het leven verloren en 42 min of meer ernstig verwond werden. In die toestand wordt het natuurlijk talud van het zand veel kleiner dan het beloop der kleibekleding, die bezweek voor de druk van het met water oververzadigde zand, dat door het gewicht van de trein en de door deze veroorzaakte trilling plotseling met grote kracht tot uitvloeiing kwam. In zulke omstandigheden moet het water door goede drainering uit de aardebaan kunnen afvloeien.

Op vaste grondslag ondervindt de aanleg der aardebaan, ook bij tamelijk grote hoogte, geen bijzondere moeilijkheden. De ophoging wordt in de droge in horizontale lagen uitgevoerd, het zand wordt aangevoerd over zgn. werkspoor, waardoor het meestal voldoende wordt vastgereden, soms gewalst om spoedig grotere dicht- en vastheid te verkrijgen, soms door transport langs de natte weg in het baanlichaam gebracht, zgn. opgespoten (z grondvervoer). Bij minder goede ondergrond kan aan de aardebaan door flauwere belopen of door het sparen of aanbrengen van bermen een bredere grondslag worden gegeven.

Bij slechte, slappe ondergrond, bijv. veen of slappe klei, zal dit middel niet voldoende zijn om de grondslag in staat te stellen de aardebaan te dragen. Zijn de slappe lagen niet te dik, bijv. 4 à 5 m, dan kunnen zij in haar geheel worden weggebaggerd, waarna het gevormde cunet met zand weder wordt opgevuld. Deze werkwijze is o.a. toegepast bij de aanleg van Rijksweg no. 12 tussen Harmelen en Utrecht. Ligt de vaste ondergrond echter meer dan 5 m onder het maaiveld, dan wordt deze methode oneconomisch en past men de doorstortmethode toe. Men verwijdert dan alleen de dikwijls kleiachtige, samenhangende bovenlaag en geeft het zand gelegenheid door te zakken en de slappe grond zijwaarts weg te persen, zodat deze naast de gestorte baan omhoog komt. Al bereikt het zand dan de vaste ondergrond niet volkomen, zo wordt de overgebleven slappe grond sterk samengedrukt en vast. Om het doorzakken van het zand en het samendrukken der overblijvende oorspronkelijke massa te bevorderen, wordt de aardebaan tijdelijk soms tot grotere dan de gevorderde hoogte opgewerkt. De zijdelings opgekomen grond wordt geregeld weggevoerd, zodat deze geen ongewenste tegendruk geeft.

In slechte terreinen is bij de aanleg van spoorwegen (Amsterdam-Zaandam nabij de Hembrug, Gouda-Schoonhoven en Gouda-Alphen) dergelijke oppersing op grote schaal voorgekomen, evenzo bij de aanleg van wegen (weg Hoornbrug-Rotterdam nabij Overschie en weg Rotterdam-Gouda.

Een geheel andere werkwijze, welke vroeger, toen men nog niet over de middelen beschikte om grote hoeveelheden zand aan te voeren, veel werd toegepast en de laatste jaren weer voor lichter gefundeerde wegen wordt gebruikt, bestaat uit de aanleg van een rijzenbed (z rijswerken), waarop de aardebaan van zand wordt gestort. De gehele constructie zakt aanzienlijk, zodat het rijzenbed onder de grondwaterstand komt te liggen en geconserveerd wordt, terwijl dank zij het moderne grondonderzoek vooraf berekend kan worden of de besparing op de aanleg opweegt tegen de hogere onderhoudskosten. In de provincie Zuid-Holland wordt deze methode met succes toegepast.

Ten slotte zij nog vermeld, dat de aardebaan ook op een paalfundering kan rusten.

IR A. VAN LUTSENBURG MAAS

Lit.: Ir H. A. M. C. Dibbits, De ontwikkeling en de stand van de funderingstechniek in de wegenbouw. Verslag van de behandeling van deze onderwerpen op de jaarlijkse algemene vergadering van de vereniging Het Nederlandsche Wegencongres van 28 December 1937.

< >