Hoofdkussen.
Ze steekt den brief onder haar oorkussen, blaast de kaars uit en gaat snel in ’t bed, TIMMERMANS 1923, 97.
Haar hand ligt nog in het oorkussen, TEIRLINCK 1952, 2, 52.
Het kleed, dat zij zich voornam morgen aan te trekken en dat onder haar oorkussen lag, WYSEUR - DE RYCK 1954, 44.
Het was reeds zo donker in de kamer, dat de zieke niet meer te onderscheiden was van het oorkussen, ELSSCHOT 1960, 103.
Heel de week geschreven, in het licht van de lamp. Stille getuige in een kamer met voorwerpen. Eenzame aanklacht. Dan de fles. De nacht als een vergeetput, tussen twee oorkussens. De dag vol verdwazing, mensen, kaarten, dossiers, WILLEMS 1970, 53.
Opm.: In de standaardt. volledig vero., behalve in het spreekw. ledigheid is het oorkussen van de duivel.