1. (Een klacht) indienen; (een verslag, een wetsontwerp e.d.) indienen, aanhangig maken (gall., naar fr. déposer une plainte enz.).
Een bankbestuurder legt bij de politie klacht neer tegen onbekenden uit hoofde van diefstal van 500.000 fr. die zijn bediende C. in een aktentas naar een klant bracht, Vrouw en Wereld nov. 1973, p. 13.
Dat kan ook als Jef, Jan, Mia en Hilda persoonlijk klacht gaan neerleggen bij de technische diensten van het gemeentebestuur, Vrouw en Wereld juni 1976, p. 8.
Toen deze haar halsketting losrukte zocht het meisje heil in de vlucht en ging bij de politie klacht neerleggen, Gazet v. Antw. 31/5/1977.
De patiënten zijn dus niet aan hun lot overgelaten, zoals in België het geval is, maar kunnen altijd klacht neerleggen bij de vereniging, waar ze ook met hun vragen terecht kunnen, Gazet v. Antw. 5/6/1977.
2. (Een boom) vellen (germ.(?), naar du. niederlegen).
Leden van het aktiekomitee St.-Job-Brecht maken zich ongerust over het neerleggen van een aantal beuken langs de Brechtsebaan, Gazet v. Antw. 17/5/1977.
3. In de verb. ergens het hoofd, de kop bij neerleggen, erin berusten, zich bij iets neerleggen.