1. Als redengevend voegw.: daar, omdat.
Deze argeloosheid komt ook tot uiting waar de Leeuw gelooft dat anderen eveneens tot zijn prestaties bekwaam zijn, JONCKHEERE 1967, 51.
2. Terwijl, ofschoon
De plaatselijke service blijkt beter en de winsten gaan rechtstreeks in hun geheel naar de gemeentekas, waar ze elders gedeeltelijk in privé-handen verdwijnen, Gazet v. Antw. 5/7/1977.
3. Hoe; ze wist niet waar ze het had.
‘We gaan paternosters verkopen!’ had hij voorgesteld. ‘Paternosters, jong!’ zei ik, ‘waar haal je je dat in het hoofd? BOON 1977, 103.