Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

nagel

betekenis & definitie

In Vl.-België het gewone woord voor: spijker. - In het hedendaagse Nederlands heeft spijker in de gewone omgangstaal nagel zo goed als volledig verdrongen; alleen bij vaklieden wordt nog een onderscheid gemaakt tussen spijker (voorzien van een brede kop, met vierkante dwarsdoorsnede) en nagel (met smalle kop); daarnaast nog in bep. sam., o.a. draadnagel, klinknagel, alsook in de uitdr.: een nagel aan iemands doodkist.

Met zijn frak onder de arm stapte hij de kelderkamer af, nam in ’t washok ... de handdoek van de nagel, hing buiten handdoek en jasje over de puthaak, enz., CLAES 1955, 10.

Ze zijn allesbehalve goedkoop, de boerenhespen, ik weet het. Maar als je ze in een lijnwaden zak aan een sterke nagel ophangt, gaat ze lang mee. Je hoeft er immers niet elke dag een halve kilo van te eten, BOON 1972, 21.

Het is inderdaad een jonge vrouw die de kroeg binnenkomt ... . Ze hangt haar hoofddoek aan een nagel in de deur, en schudt de schone welige haren, BOON 1975, 56.

We hebben maar één kleine broer en die moet je te vriend houden. Daarvoor heb je massa’s hout, nagels en verf en... geduld over, Vrouw en Wereld febr. 1976, p. 25.

- Nagels met koppen slaan, spijkers -; de nagel op de kop slaan, de spijker -.

Dezen morgen... hebt gij alles gedaan wat mogelijk was om de hoogedele Vrouwe ongunstig te stemmen te uwen opzichte. Is het dat niet wat ge bedoelt? Nagel op den kop? VAN HEMELDONCK 1945, 16.

Feitelijk tikte hij de nagel op de kop en ik gewaardigde mij hem schichtig en met een bepaald vriendschappelijk gevoel aan te kijken, PAUWELS 1971, 20.

Tussendoor werden nagels met koppen geslagen en daar was het de massa om te doen. Geduldig luisterend en zwetend onder de hete zon barstte het publiek in applaus los als de taal van de voorzitter scherpe kritiek formuleerde, Gazet v. Antw. 4/7/1977.

„Het was gewoon toeval”, sloeg Eddy Merckx naderhand de nagel op de kop. Maar het zijn dikwijls dergelijke toevalligheden die beslissen over winst of verlies in een ronde, Gazet v. Antw. n/7/1977.

Roger wil nagels met koppen slaan nu hij ook halveling vernam dat hij niet in de Toerploeg wordt opgenomen, Gazet v. Antw. 20/5/1978.

Sam.: hoofdnagel, kopnagel (Wdl.), kopspijker; verder o.a.: nagelbak (Wdl.), spijkerbak (Wim heeft een nagelbak gemaakt als souvenir aan dit huis met knutselgerief maar zonder vrije tijd, Vrouw en Wereld febr. 1976, p. 25); nagelkop, spijkerkop (De Witte lag met de ogen open, en keek nadenkend naar de kram in de zoldering. Als zwarte nagelkoppen zaten daar ook enige vliegen, CLAES 1955, 222).