Wat is de betekenis van nagel?

nagel - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) hoornachtige bedekking op de bovenkant van vinger|vingers en teen|tenen 2. afdruk van een nagel 3. spijker (meestal met een kleine kop) 4. (verkorting van) kruidnagel nagel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nagelen ♢ Ik nag...

nagel - zelfstandig naamwoord uitspraak: na-gel 1. harde laag aan het uiteinde van vingers en tenen ♢ mijn zus heeft altijd erg lange nagels 1. hij heeft geen nagel om zijn kont te krabben (TB) [is...

spijker Contactgeluid komt voor op het moment dat een geluidsbron de constructie van de woning op één of andere manier aan het trillen brengt. Bijvoorbeeld als iemand met een hamer een nagel in de muur klopt, of met hoge hakken over de vloer loopt. (Beter bouwen & verbouwen) De oorspronkelijke betekenis van het woo...

Dunne, doorzichtige plaat van hoornstof aan het uiteinde van je vingers en je tenen. Nagels groeien vanuit de nagelbasis over het nagelbed, zijn omgeven door huid en bestaan uit hoornstof (keratine). De huid vast tegen de nagel aan heet ‘nagelwal’. De licht verhoornde rand daarvan is de nagelriem. Een nagel kan raar gaan doen, gaan ingroeien en so...

(de, -s) spijker [in België wordt tussen nagels en spijkers geen onderscheid gemaakt] - de nagel op de kop slaan, de spijker op de kop slaan. Neen, vooral de mentale break is belangrijk. En het geeft me de kans even met mijn coach te praten. Tot nog toe sloeg hij met zijn analyses telkens de nagel op de kop. En kon ik bijsturen ten goe...

Vinger- of teennagels die men in een droom knipt, symboliseren in de waaktoestand dreigende verliezen. (Zie ook ‘Knippen’).

zie ook vinger zonder nagel: 1. daar zul je met je -s afblijven, daar moet je niet aankomen. Informele waarschuwing. 2. een - voor zijn doodkist, scherts voor ‘een sigaret. Vgl. Engels coffin-nail. ‘Hier, een pakkie nagels voor je doodkist’, zei hij hartelijk. (Sal Santen: De kortste weg, 1979) 3. geen - om zijn gat/reet te krabben, straatarm. St...

zie hangen, rollen, staart.

→ Havele.