M. betr. t. (slechte) neigingen, grillen: toegeven aan -, inwilligen; - iem. involgen, zijn wensen inwilligen, toegeeflijk zijn voor iem.; ook: gehoorzamen.
Van jongs af aan had zij zijn veranderlijke grillen ingevolgd en kleine Arnoldo was groote baas in Casa Rinuccini, VANDEN MAELDERE 1946, 95.
Het spijt hem levendig dat hij het met de Burchtheer niet eens is. Het is niet raadzaam de zoon in te volgen, waar die de aanwezigheid van een pleegzuster op de Burcht voor vernederend mocht houden, TEIRLINCK 1952, 2, 244.
Daar hij, van tijd tot tijd, haar vergevingsgezindheid nodig had, volgde hij haar in, als het zaken gold die hem onverschillig waren, DE PILLECYN 1962, 154.
Ik begrijp er niets van, maar ik wil geen domper zetten op haar overmoed. Ik probeer nog met: „Liz, nu ga je wel te ver!” Maar met haar „Toe mams, doe nu niet flauw, toe, speel mee...” moet ik wel haar grilletje involgen, Vrouw en Wereld dec. 1976, p. 45.