noemt men, naar het moederhuis in die stad, de leden van de religieuze congregatie der Zusters van Liefde van O.L.V. Moeder van Barmhartigheid, welke in 1832 werd gesticht door pastoor Joh.
Zwijsen, de latere aartsbisschop van Utrecht en bisschop van Den Bosch. De congregatie wijdt zich aan onderwijs en verpleging van zieken en hulpbehoevenden en is werkzaam in Nederland (meer dan 80 huizen), België, Engeland, Noord-Amerika, Indonesië en op Suriname (verpleging o.a. van melaatsen). Een daarmee verwante congregatie, bekend als Fraters van Tilburg, in 1844 eveneens door pastoor Zwijsen opgericht (officieel: Congregatie der Fraters van O.L.V. Moeder van Barmhartigheid), wijdt zich aan het onderwijs op lagere scholen en kweekscholen, en aan de opvoeding in weeshuizen en voogdij gestichten, blinden- en doofstommengestichten. Deze congregatie heeft behalve in Nederland huizen in België, Indonesië en de Nederlandse Antillen.
