(Cornelisz.), Nederlands vice-admiraal (Hoogendijk, bij Brielle, 29 Apr. 1599 _ 8 Nov. 1658), vertrok in 1616 als kajuitswachter naar Oost-Indië en was daar o.a. hofmeester van J. P.
Coen.Daarna nam hij als scheepsbevelhebber deel aan de tocht van l’Hermite. In 1628 werd hij door de West-Indische Compagnie uitgezonden als vlaggekapitein van admiraal Piet Heyn, die hij krachtig ondersteunde bij het veroveren der Spaanse Zilvervloot (1628). Na zijn terugkeer was hij te Brielle lid van de vroedschap en commandeur van de grote visserij. In 1637 werd hij benoemd tot vice-admiraal van Holland en West-Friesland, werd onder Tromp naar het Kanaal gezonden om de Spanjaarden te bevechten en nam deel aan de slag bij Duins. In 1647 werd hij bevelhebber van een eskader, bestemd voor de Nederlandse bezittingen op de kust van Brazilië. Hij keerde, zonder daartoe bevel te hebben ontvangen, van deze tocht terug, werd door de stadhouder in hechtenis genomen, doch vrijgesproken.
In de Eerste Engelse zeeoorlog nam De With aan veel gevechten deel, leverde o.a. tegen Blake (Oct. 1652) een onbesliste slag bij de Vlaamse kust. In Apr. 1653 vergezelde hij weder enige koopvaarders naar het N. en voegde zich vervolgens bij de hoofdvloot onder Tromp. Na het sneuvelen van deze was hij tijdelijk belast met het opperbevel. Toch werd het admiraalschap opgedragen aan Jacob van Wassenaer, heer van Obdam, waarom De With de dienst verliet. In de Noordse Oorlog commandeerde hij echter de voorhoede der vloot, waarmee Van Wassenaer 8 Nov. 1658 de Zweden in de Sont versloeg. Met zijn schip „Brederode” van de overige schepen verwijderd, streed hij uren lang tegen de overmacht, totdat zijn schip en zijn lijk in handen van de Zweden vielen. Zijn driftig karakter en geringe tact in de omgang met het scheepsvolk beletten hem zo hoog te klimmen als zijn bekwaamheid hem kon doen hopen.
Lit.: J. E. Elias, Schetsen uit de geschiedenis van ons zeewezen (1916); ’t Leven en bedrijf van Vice-Admiraal De With zaliger, medeged. d. S. P. l’Honoré Naber, in: Bijdr. en Meded. v. h. Hist.
Gen., XLVII (1926); J. G. M. Warnsinck, Drie 17e eeuwsche admiralen: Piet Heyn, W. de W., Jan Evertsen (Amsterdam 1928, Patria 12); M. G. de Boer, Tromp en de Armada van 1639 (1941); Idem, Tromp en de Duinkerkers (1949).