(United Provinces of Agra and Oudh), een provincie in het N. van India, grenst aan Tibet en Nepal, is groot 291 000 km2 en telt (1950) 63 254000 inw., waarvan het grootste deel woont op het dichtbevolkte platteland van het Ganges-dal. Sinds 1950 is de naam veranderd in Uttar Pradesh.
Hindoes vormen 83 pct, Mohammedanen 15,4 pct van de bevolking. In de zeer vruchtbare dalgebieden van de Ganges en zijrivieren worden tarwe, rijst, lijnzaad, suiker en tabak verbouwd en op de hellingen van de Himalaja thee. Het bedrijf wordt hier intensief uitgeoefend, maar de methoden zijn nog vaak ouderwets. Op grote schaal worden thans landbouwcoöperaties opgericht, die o.m. voor een efficiënte bevloeiing zullen moeten zorgen. De industrie verwerkt de producten van het land (olie, textiel, tabak, suiker). De grootste stad is Kaupoer met (1941) 487 000 inw., daarop volgen de hoofdstad Lucknow (387000), Agra (284000), Benares (263 000), Allahabad (260 600) en Bareilly (200 000).