Zeeuwse gemeente van 603 ha met (1953) 1055 inw., van wie (1947) 3 pct R.K., 91 pct Prot. en 6 pct andersdenkenden, ligt in het N.O. van Walcheren. Op de zavelige klei is landbouw hoofdmiddel van bestaan.
Het stadje Veere (1953: 1090 inw.), vroeger Kampvere geheten, aan het Veersche Gat en aan het kanaal door Walcheren, met nog vrij gave vestingwallen en vesten, was in de 15de en 16de eeuw een aanzienlijke handelsplaats, en bezit uit deze tijd een aantal belangrijke bouwwerken.De voornaamste zijn het in 1477 door Antoon I Keldermans gebouwde Stadhuis met een fraaie voorgevel en een oudheidskamer, die o.a. de beroemde, verguld zilveren beker bevat, door Maximiliaan van Bourgondië in 1551 aan de stad geschonken, de Kampveerse toren (Ronde, op de walmuur uitgebouwde bakstenen toren, vroeger deel uitmakende van de vestingwerken), de Grote Kerk (in de 15de eeuw eveneens door Keldermans gebouwd), de Fontein (gebouwd in 1541, overdekt in 1551), gebouwtje van bergsteen, waarvan drie zijden zijn gesloten; het gewelf rust aan de open zijde op Toscaanse kolommen, welke door geprofileerde Tudorbogen verbonden zijn, en een aantal Gothische huizen uit het begin van de 16de eeuw (o.m. de Schotse Huizen).