Nederlands Geref. godgeleerde (Rotterdam 17 Dec. 1879 - Wolfheze 20 Aug. 1950), studeerde aan de Vrije Universiteit en promoveerde in 1914 met een dissertatie over Het Testimonium Spiritus Sancti I. In 1922 werd hij opvolger van H. Bavinck* aan de Vrije Universiteit, waar hij dogmatiek, en later ook encyclopaedie en ethiek, doceerde.
Een tijdlang was hij eindredacteur van het mede door hem opgerichte weekblad De Reformatie.Bibl.: De antichrist (1919-1920); De waarde van het dogma (1920); Gereformeerde Apologetiek (1922) ; Dr H. Bavinck (1921-1922); Internationaal Calvinisme (1929); De mystieke factor in de Calvin, wetenschap (1929); Dreigende deformatie (1936-1937).