Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tomaat

betekenis & definitie

(Solanum lycopersicum) behoort tot de fam. Solanaceeën of Zwarte Nachtschaden.

Het is een éénjarige plant. De stengel is dik borstelig behaard en sterk vertakt. De scheuten in de oksels van de bladeren worden dieven genoemd en worden bij de teelt verwijderd. De bladeren zijn onevengevind. De paren blaadjes zijn afwisselend groot en klein. De gele bloempjes staan in zijstandige trossen. De grote besvruchten zijn gewoonlijk oranjerood. Er zijn ook rassen met gele vruchten. De plant is afkomstig uit Zuid-Amerika en in de 16de eeuw door Portugezen en Spanjaarden naar Europa gebracht. Hier werd zij al spoedig over de landen rondom de Middellandse Zee verspreid. In NEDERLAND is zij ca 1900 in cultuur gekomen, aanvankelijk als pronkappel. Zij is nu in verscheiden landen een zeer belangrijk groentengewas. De teelt kan in Nederland, met het oog op de vereiste goede kwaliteit, alleen zonder risico onder glas geschieden. In de landen, waar het klimaat iets warmer is, vindt de teelt buiten plaats.In Nederland worden de tomaten in grote hoeveelheden in warenhuizen en in mindere mate in kassen geteeld. De teelt onder platglas en buiten levert tot heden een mindere kwaliteit, die Nederland niet kan gebruiken voor export. Door de teelt onder verwarmd en koud glas is tegenwoordig een aanvoer van Mei tot in Dec. mogelijk.

TEELT

De teelt begint door het zaaien in bakjes, die warm worden geplaatst. De jonge plantjes worden bij voldoende warmte tweemaal verspeend en dan ca 6 weken na het zaaien uitgeplant, gewoonlijk op afstanden van 80 bij 45 cm. De stengel wordt langs touw geleid. Nadat de plant 6 à 8 trossen (bij vollegrondstomaten 3 trossen, bij late kastomaten 4 trossen) gevormd heeft, wordt de kop er uit genomen. Tijdens de groei worden de dieven (zijscheuten) en de onderste bladeren weggenomen, wordt bijgemest, voldoende gegoten en gelucht en worden de ziekten bestreden. Zodra de vruchten beginnen te kleuren vindt de oogst regelmatig plaats. Met het oog op export worden de vruchten geplukt, zodra deze de oranje kleur gaan krijgen.

RASSEN

Er zijn verschillende rassen en selecties in gebruik. Deze zijn terug te brengen tot 5 typen nl. Ailsa Craig, No green back, Radio, Tussenvormen en Tuckswood.

ZIEKTEN

Het aantal ziekten en beschadigingen is groot. Het ernstigst zijn de virusziekten, de bladziekte, veroorzaakt door een schimmel en knol, veroorzaakt door een wortelaaltje. Een ernstige physiologische afwijking zijn de holle vruchten en de groene ruggen (groene of harde plekken rondom de aanhechtingsplaats van de rijpe vruchten). Bij goede voorzorgsmaatregelen en ziektebestrijding zijn de meeste ziekten te voorkomen of de schadelijke gevolgen sterk te beperken.

BETEKENIS

De teelt van tomaten is van grote betekenis. Het is het gewas in de groenteteelt, dat de grootste productiewaarde (in 1951 83 millioen kg voor 4g millioen gld.) en de grootste exportwaarde (in 1951 56 millioen kg voor 50 millioen gld.) heeft. Export vindt vooral plaats naar West-Duitsland en Engeland. In Nederland bleef dus ca 30 pct van de productie. Hiervan werd ca 18 millioen kg geconsumeerd (1,71 kg per hoofd van de bevolking) en ca 8 millioen kg ging naar de conservenindustrie. De tomaat is bij het consumerend publiek in Nederland zeer gewild, vooral ook t.b.v. jonge kinderen. Ongeveer 80 pct van de tomaten wordt in het Westland en in het daaraan grenzende centrum „de Kring” (Delft, Pijnacker, Berkel-Rodenrijs, Rotterdam enz.) geteeld.

IR G. W. VAN DER HELM

Ook in BELGIË heeft de tomatenteelt een belangrijke economische betekenis. De variëteiten welke worden verbouwd zijn nagenoeg dezelfde als in Nederland. Als teeltwijzen heeft men in België de kweek onder glas, de teelt in open lucht en de verlate cultuur in verwarmde serren. De teelt in open lucht is verreweg de belangrijkste.

De productieperiode loopt van half Apr. tot einde Dec. De opbrengst van half Apr. tot half Mei is zeer gering in verhouding tot de totale productie en het is slechts van ca half Mei dat de oogst belangrijk begint te worden. De vroege „forcerie” van tomaten, waarvan de oogst vnl. valt tussen half Mei en half Juli, geschiedt hoofdzakelijk door de druiventelers die de tomaten forceren in nieuw aangelegde of in afgezaagde serren. Vanaf Juli echter wordt de productie der eigenlijke groentenkwekers overwegend. Benevens de belangrijke productie van geforceerde tomaten in de druiventeeltstreek heeft men de teelt van koude glastomaten en de openluchtteelt vooral in de buurt van Mechelen. Ook in verschillende andere streken worden tomaten verbouwd. De totale productie wordt geschat op ca 40 à 50 millioen kg.

De uitvoer is niet zeer belangrijk; de invoer speelt een grote rol. In 1952 werden 2000 ton tomaten ingevoerd voor een waarde van 25 millioen frank. De voornaamste landen waaruit België tomaten invoert zijn de Canarische eilanden, Nederland en Italië.

IR J. KELL.