Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Tomas de iriarte

betekenis & definitie

Spaans dichter (Orotava, Tenerife, 18 Sept. 1750 - Madrid 17 Sept. 1791), werd te Madrid opgevoed bij zijn oom Juan (1702-1771), die bibliothecaris was. Zijn eerste werken waren vertalingen van Franse blij- en treurspelen.

In 1779 verscheen La Musica, een prozaïsch leerdicht in 5 zangen, dat veel opgang maakte en meermalen werd vertaald. Het is belangrijker als technische uiteenzetting van de muziek door een violist dan als kunstwerk. Iriarte blijkt een grote bewondering te hebben gehad voor Haydn. De Fabulas litararias (1782) zijn het belangrijkste oeuvre van de auteur. Er zijn er 76 in totaal. Ze bevatten een volledige poëtiek, daar zij door dikwijls geestige voorbeelden de meest voorkomende gebreken van de letterkundigen van de tweede helft van de 18de eeuw hekelen.

Verder schreef hij nog Los literatos en Cuaresma (1773), waarin het conservatisme op letterkundig gebied bestreden wordt. Als kind van zijn tijd heeft Iriarte veel gepolemiseerd, inz. met Forner, Samaniego en Meléndez Valdés. Tot laat in de 19de eeuw behield Iriarte zijn grote reputatie in zijn vaderland. Merkwaardig is dat hij, buiten Spanje, een van de auteurs is die verscheidene keren geciteerd wordt door Schopenhauer.Bibl.: Colección de obras in verso y prosa (6 dln, Madrid 17871788, 8 dln ald. 1805) ; Fébulas literarias (Madrid 1782, herdr. ald. I9i5> 1923, ed. J. Fitzmaurice-Kelly, Oxford 1917; Fr. vert. 1801, Duitse vert. 1884, Eng. vert. 1855); Poesias, in: Biblioteca de autores espanoles, dl 63 (Madrid 1871, Poetas liricos del siglo XVIII, d. L. A. de Cueto, dl 2); Poesiasinéditas,d.

R. Fouché Delbosc, in: Revue hispanique II (1895).

Lit.: E. Cotarelo y Mori, Iriarte y su época (Madrid 1897); Proceso inquisitorial contra don F. de I., in: Revesta de archives, bibliotecas y museos (1900); M. Menendez y Pelayo, Historia de las ideas estéticas en Espana, Edición Nacional. dl III, Santander 1940, blz. 296-304 en blz. 617-622.

< >