Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tokio

betekenis & definitie

(„Oostelijke hoofdstad”), hoofdstad en grootste stad van het Japanse keizerrijk, ligt aan de zuidkust van het eiland Hondo, aan de monding van de Sinnida-gawa, die in de bocht van Tokio uitmondt. De stad beslaat een oppervlakte van 578 km2 en telt (1950) 6 277 500 inw.

Het klimaat is zeer gematigd, met enige sneeuw van Dec. tot begin Mrt, een zeer zachte herfst en voorwinter met in Sept. kans op de beruchte typhoons.STADSBEELD

Tokio is de meest welvarende stad van het Japanse eilandenrijk. De brede boulevards, begrensd door uit natuursteen en beton in verschillende Westerse stijlen opgetrokken hotels, theaters, warenhuizen, bankgebouwen, handelshuizen en regeringsgebouwen, het drukke verkeer van trams, auto’s en fietsen en de merendeels in Europese dracht gestoken mensenmenigten op de trottoirs geven het centrum van Tokio het aanzien van een Westerse wereldstad. Bekend is o.a. de Ginza, de voornaamste boulevard van Tokio.

De stad is doorsneden door ca 60 rivieren en een groot aantal kanalen, die een omvangrijk waterverkeer verwerken en door ca 5200 bruggen worden overspannen, waaronder de historische Nihonbashi-brug (vernieuwd 1911), die het uitgangspunt vormde voor alle afstandsmetingen in het Japanse Rijk. De stad telt 105 parken.

Het stadsbeeld van Tokio wordt geheel beheerst door het Edo-kasteel (Edo-dzjô), een enigszins heuvelachtig uitgestrekt terrein omgeven door vele kilometers lange grachten, waaruit massieve granietstenen wallen oprijzen. De talrijke, in de stijl der kastelen uit de 16de eeuw op de wallen aangebrachte uitkijktorens, de ophaalbruggen naar de 24 toegangen en de over de muren kijkende grillig gevormde kruinen van eeuwenoude dennebomen maken deze merkwaardige combinatie van Japanse vestingbouwkunst en natuur tot een der schoonste en meest typische sieraden van de stad.

Nadat de Tokoegawa-sjôgoen Iyeyasoe besloten had het reeds bestaande, uit de 14de eeuw daterende, kasteeltje in de stijl van de 17de eeuw te verbouwen, teneinde het tot het centrum en zetel van zijn regering te maken, deed hij het kasteel-paleis en de woongelegenheden voor zijn daimyo’s omringen door vestingwerken, die tot de grootste bouwwerken in de wereld konden worden gerekend. Het voornaamste werk werd verricht tussen 1640 en 1670. Bovendien liet hij het heuvelterrein ter plaatse van de tegenwoordige Kandawijk afgraven. Met de ter beschikking komende grond werden de moerassen aan de baai van Tokio opgevuld, waardoor terrein beschikbaar kwam voor handels- en havenwijken.

Tot de meest belangrijke gebouwen van de stad kunnen verder worden gerekend: het Akasakapaleis ten W. van het Edo-dzjô gebouwd van graniet en wit marmer in de stijl van het paleis te Fontainebleau en de Yasoekoeni-dzjindzja, een

Sjinto-heiligdom, opgedragen aan militairen en dieren (paarden, duiven) omgekomen in de oorlog, gelegen op de Koedanheuvel. Het wordt geflankeerd door het Legermuseum. Aan de ingang van het tempelterrein bevindt zich een machtige bronzen tori-i.

Voorts zijn van belang het na de aardbeving van 1923 gebouwde Parlementsgebouw (in de stijl van het Capitool te Washington) dat zijn omgeving sterk domineert; het Imperial hotel, mengsel van Japanse en Europese stijl, gecreëerd door de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright; het Daiichi-hotel (gedurende de Amerikaanse bezetting hoofdkwartier van generaal MacArthur), een machtig gebouw met uit marmer en hardsteen vervaardigde fa^ade, uitziende op het Hibiya-park en oorspronkelijk bestemd voor de huisvesting der athleten van de (niet doorgegane) Olympische spelen in 1938; de gebouwen van het Keizerlijk museum (thans staatsmuseum) in het Oe-eno-park; de semi-klassieke gebouwen van de Universiteit van Tokio; de Sophia-universiteitsgebouwen met Byzantijnse stijl-invloed; het Meidzji-heiligdom opgedragen aan de Meidzji-keizer, in zuivere Sjintô-stijl gebouwd, een van de heiligste pelgrim-centra in Japan.

INSTELLINGEN

Tokio herbergt een groot aantal instellingen op cultureel en commercieel gebied. Onder de bibliotheken is de Keizerlijke Bibliotheek met ca 825 000 delen de belangrijkste. De door baron Iwasaki gestichte Toyo Bunka bevat 60 000 delen (uitsluitend over het Verre Oosten). De musea bevatten talloze kunstschatten. Onder de hospitalen behoort het door de American Episcopal Mission gestichte St Luke’s hospital tot de best uitgeruste ter wereld. Tokio bezit verder een astronomisch en een meteorologisch observatorium. Talrijke universiteiten zijn te Tokio gevestigd, o.a. de Keizerlijke universiteit, de Keio Gijoekoe en de Waseda, elk met meer dan 10 000 studenten. Behalve een aantal kleinere universiteiten zijn er een Handelshogeschool, een universiteit voor literatuur en kunst, een universiteit voor vrouwen, een muziek-academie en een speciale universiteit voor zoons en dochters van het keizerlijk huis en andere vooraanstaande families; verder Boeddhistische universiteiten en talrijke instellingen voor hoger en middelbaar vakonderwijs. Belangrijk is het befaamde Kitasato Instituut voor besmettelijke ziekten. Als regeringscentrum herbergt Tokio talrijke regeringsinstanties terwijl ook de hoogste rechtscolleges er gevestigd zijn, alle in merendeels zeer grote en dikwijls luxueus ingerichte gebouwen. De keizerlijke familie bezit behalve het hoofdpaleis in Tokio ook het in Westerse stijl opgetrokken Akasaka-paleis en verder de paleizen Aoyama, Omiya en Kasoemigaseki.

ECONOMISCHE BETEKENIS

Tokio is het middelpunt van het gehele Japanse verkeersstelsel. Vijf hoofdspoorwegen en vier hoofdverkeerswegen komen in de stad samen. Talrijke electrische lijnen verbinden Tokio met de voorsteden en in de stad zelf vindt men een uitgebreid net van trams, autobussen, ondergrondse spoorwegen en spoorlijnen over viaducten. De haven wordt vnl. gebruikt door kleinere vaartuigen, alleen in het westelijk deel (Shibaoera) is accommodatie voor middelgrote zeeschepen. De belangrijkste luchthaven is Haneda.

Tokio is met Osaka en Nagoya de belangrijkste handels- en industriestad van Japan; vóór Wereldoorlog II was het van internationale betekenis en het is bezig deze plaats te herwinnen. Het is de zetel van de Bank van Japan (circulatiebank), de Yokohama Speciebank, die de hoofdrol speelt in de buitenlandse handel, en de machtige bankiersen handelshuizen Mitsoei, Mitsoebisji en Yasoeda.

De industrie omvatte vóór Wereldoorlog II meer dan 40 000 fabrieken, vnl. katoen-, wol- en rayonfabrieken, fabrieken van materiaal voor gasen electriciteitsvoorziening, metaalwaren, machines en gereedschappen, voedingsmiddelen en chemicaliën. Er is behalve een effectenbeurs ook een goederenbeurs en een beurs voor de rijsthandel.

GESCHIEDENIS

Tokio wordt het eerst genoemd in de 12de eeuw en heette toen Edo of Yedo; het was toen de zetel van een kleine gelijknamige daimyofamilie. Kort na de slag van Sekigahara (21 Oct. 1600) besloot de overwinnaar, Tokoegawa Iyeyasoe, er wegens de gunstige ligging zijn residentie te vestigen. De opkomst van het sjogoenaat bracht de bloei van Edo met zich mede, dat weldra uitgroeide tot de grootste en belangrijkste stad van Japan (1731: 561 900 inw., 1787: 1 367 900 inw.). Toen het sjogoenaat werd afgeschaft en de jonge keizer Meiji (Mitsuhito) de macht in handen kreeg werd Edo op 13 Sept. 1868 tot hoofdstad van Japan en op 26 Mrt 1869 tot residentie uitgeroepen. Het kreeg de naam Tokio.

Gedurende zijn gehele geschiedenis heeft Tokio zwaar te lijden gehad van grote branden en aardbevingen. De grootste brand was die van 1657 (ca 108 000 doden), de grootste aardbeving die van Sept.1923 (99 300 doden, z aardbevingen). De stad werd na 1923 in moderne stijl herbouwd, waarbij ruim gebruik werd gemaakt van betonskeletbouw en het aantal verdiepingen tot 8 werd beperkt als een voorzorg voor eventuele nieuwe aardbevingsrampen.

In Wereldoorlog II leed Tokio zeer ernstig onder de Amerikaanse luchtbombardementen. Naar schatting 54 pct van de stad werd vernield. De zware bombardementen begonnen in 1944 en hielden aan tot de Japanse capitulatie in Aug. 1945; zij werden vnl. uitgevoerd met B-29 Superforten.

In het centrum werd betrekkelijk weinig schade aangericht, doch de brandbommen, afgeworpen op de houten huizen der buitenwijken, hebben gehele districten verwoest. O.a. zijn de beroemde tempels en de mausolea der Tokoegawa-sjôgoens in het schitterend aangelegde Sjiba-park, alsmede de Asak’sa-wijk, het uitgaanscentrum van Tokio, waar eenmaal de Asak’sa-tempel en de bekende Yosjiwara stonden, met de grond gelijk gemaakt, terwijl nog slechts honderden geblakerde schoorstenen, zich verheffende boven de ca 20 km lange kuststreek tussen Yokohama en Tokio, de plaats aanduiden van de vernielde fabrieken der Japanse oorlogsindustrie.

Met hulp van de Amerikaanse bezettingsautoriteiten en gesteund door de energie der bevolking is de regering er, evenals na de aardbeving van 1923, in geslaagd het grootste deel van de stad weer bewoonbaar te maken voor de millioenen, die in de omstreken een tijdelijk onderdak hadden gevonden.

Op 2 Sept. 1945 werd op het Amerikaanse slagschip Missouri in de Baai van Tokio de Japanse capitulatie getekend. Op 8 Sept. bezetten de Amerikaanse strijdkrachten Tokio, dat daarop het hoofdkwartier der geallieerde bezettingsmacht in Japan werd.

Lit.: A. Akiyami, A complete Guide to T. (Tokyo 1937); J. H. Heilweg en J. F. Schütte, In der Bannmeile T.’s (Saarbrücken 1933); N. Novet, T., ville ancienne, capitale moderne (Tokio 1937, Fr. en Eng.); A.L. Sadler Sydney, A Short History of Japanese Architecture (London 1941); K. Sansom, Living in T. (1936); Terry’s Japanese Empire, a Guidebook for Travellers (London 1914); The Great Earthquake of 1923, in Japan Bureau of Social Affairs (Tokyo 1926); The Reconstruction of T. (Tokyo 1933); T. A Concise Handbook (Tokyo 1952).

Proces van Tokio

is de tegenhanger van het proces van Neurenberg. In dit proces werden de Japanse leiders ter verantwoording geroepen voor het ontketenen van een agressieve oorlog, voor het schenden van de oorlogswetten en voor het plegen van misdrijven tegen de menselijkheid. Het was „the biggest trial in recorded history”, dat duurde van 3 Mei 1946 tot 12 Nov. 1948. Het stenografisch verslag van de zitting telt 49 858 bladzijden, er werden 419 getuigen gehoord (waaronder de laatste keizer van China, Poe Yi) en 4336 documenten geproduceerd, waaronder het dagboek van Markies Kido (17 delen) en de Memoires van Baron Harada (vertaling in 24 boeken).

Er waren 28 verdachten, met name de oud-minister-presidenten Tojo, Hiranoema, Hirota, Koiso, de oud-ministers van Oorlog Araki, Maarschalk Hata, Itagaki, Minami, van Marine Nagano, Shimada, van Buitenlandse Zaken Matsoeoka, Shigemitsoe en Togo, van Financiën Kaya, en van „Planning” Soezoeki en Hoshino; de Generaals Doihara, Kimoera, Matsoei, Moeto, Sato, Oemezoe, de Admiraal Oka, de Ambassadeurs Oshima en Shiratori, de Grootzegelbewaarder Kido (tevens minister in verschillende departementen) en de propagandisten Kolonel Hashimoto en Okawa. Tijdens het proces stierven Matsoeoka en Nagano. Okawa werd wegens krankzinnigheid buiten vervolging gesteld.

Het „International Military Tribunal for the Far East” bestond uit 11 .rechters, uit de elf landen die Japan hadden overwonnen, met name uit Sir William Webb (Australië), Mc Dougall (Canada), Mei (China), Lord Patrick (Engeland), Röling (Nederland), Northcroft (Nieuw-Zeeland), Generaal Zaryanov (Sovjet-Rusland), Generaal Crarper (V.S.), Bernard (Frankrijk), Pal (India) en Jaranilla (Philippijnen), benoemd door Generaal Douglas MacArthur op voordracht van de respectieve regeringen. Het O.M. stond onder leiding van de Amerikaan Joseph B. Keenan, terwijl uit de tien andere naties „assistant-prosecutors” aanwezig waren (voor Nederland mfW. G. F. Borgerhoff Mulder, thans raadsheer te ‘s-Gravenhage).

De verdachten werden bijgestaan door Japanse advocaten, terwijl op hun verzoek iedere verdachte ook een Amerikaanse advocaat kreeg toegewezen waarvan allen, op Hashimoto na, gebruik maakten.

De telastelegging bestreek de Japanse buitenlandse politiek van 1928 (jaar van het Verdrag van Parijs waarbij de oorlog werd uitgebannen als „means of international policy”) tot 1945 (jaar van de Japanse capitulatie).

Het toe te passen recht was geformuleerd in het, door MacArthur uitgevaardigde „Charter of the I.M.T.F.E.”, dat vrijwel het Neurenbergse Handvest volgde, en waarin ook de regels voor een fair proces waren neergelegd.

Bij het vonnis werden zeven verdachten ter dood veroordeeld (Doihara, Hirota, Itagaki, Kimoera, Matsoei, Moeto, Tojo) welk vonnis door ophanging werd voltrokken, de anderen kregen levenslang, behalve Togo (20 jaar) en Shigemitsoe (7 jaar). In een dissenting opinion motiveerde de Indiase rechter Pal uitvoerig waarom hij geen der verdachten schuldig achtte. De Franse rechter weigerde mede te werken aan het meerderheidsvonnis op procesrechtelijke gronden. De Nederlandse rechter kwam in een uitvoerig gemotiveerde afwijkende mening tot de conclusie, dat vijf verdachten dienden te worden vrijgesproken, met name Shigemitsoe, Togo, Kido, Hata en Hirota. Van het in het Charter gegeven recht tot gratie werd door Generaal MacArthur geen gebruik gemaakt. Na enkele jaren werd Mamoroe Shigemitsoe in vrijheid gesteld; hij speelt weer een zeer belangrijke rol in het Japanse politieke leven.

PROF. MR B. V. A. RÖLING

Lit.: Solis Horwitz, The Tokyo Trial (New York 1950, International Conciliation Nov. 1950 No 465); Hankey, Politics, Trials and Errors (Oxford 1950); Gordon Ireland, Ex post facto from Rome to Tokyo, Temple Law Quarterly XXI (1947) pag. 27-61; B. V. A. Röling, Strafbaarheid van de agressieve oorlog (Groningen - Djakarta 1950); Idem, Over psychologische aspecten van het proces tegen de Japanse „Mayor War Criminals” te Tokio (Amsterdam 1950).

< >