een der Griekse geleerden, die door hun onderwijs bijdroegen tot de Renaissance (Saloniki ca 1400-San Giovanni a Piro, Calabrië, ca 1475), vluchtte naar Italië, woonde sinds 1442 te Mantua waar hij Latijn leerde, onderwees vervolgens Grieks te Sienna en te Ferrara (1447). Door paus Nicolaas V naar Rome geroepen (1449), ving hij de vertaling van Aristoteles en Theophrastos in het Latijn aan.
Na de dood van Nicolaas V (1455) begaf hij zich met Bessarion naar Napels, naar het hof van Alfonso il Magnifico, die hem een jaarlijkse ondersteuning gaf. Twee jaar later stierf Alfonso en Gaza keerde weer terug naar Rome; de nieuwe paus gaf hem een bisdom in Calabrië (1463), waar hij bleef tot aan zijn dood.Hij was de eerste geleerde, die in het Westen een Griekse grammatica schreef; deze verscheen te Venetië in 1495 onder de titel: Institutiones. Daarnaast maakte hij zich verdienstelijk door in zijn vertaling de ware Aristoteles in zijn ganse filosofische waarde te doen kennen aan het Westen.
Bibl.: Kleiner werken bij Migne, Patr. Graeca, CLVI.
Lit.: A. Gercke, T. G. (Greifswald 1903); J. L.
W. Taylor, More light on T. G., in: Transactions and proc. of the Americ. Philol.
Ass. LVI (1925).