(chevalier), Frans calvinistisch staatsman, veldheer, historicus en dichter (Pons in Saintonge 8 Febr. 1552 - Genève 29 Apr. 1630), wiens vader, die kanselier van den koning van Navarre was, hem reeds vroeg met geestdrift voor de Protestantse zaak vervulde, studeerde aanvankelijk te Genève onder Théodore de Bèze. Naar Frankrijk teruggekeerd, sloot hij nauwe vriendschap met Hendrik IV en streed mee in de slagen die Hendrik moest leveren om de Franse troon te verwerven.
Zijn Histoire universelle depuis 1550 jusqu’à l’an 1601 (3 dln, 1616-1619) is een van de belangrijkste geschiedkundige bronnen voor deze tijd; het boek werd op last van de overheid verbrand. Na de vermoording van den koning (14 Mei 1610) werd Aubigné vervolgd en met de dood bedreigd; in Sept. 1620 begaf hij zich naar Genève om daar zijn verdere leven door te brengen. Zijn belangrijkste dichtwerk is: Les Tragiques (1616), waarin hij een somber tafereel ophangt van de gruwelen der godsdienstoorlogen. Van zijn satiren verdienen vermelding: Confession catholique du sieur de Sancy (1660; hij hekelt hierin Hendrik IV, die tot het Rooms-Katholieke geloof was overgegaan) en Aventures du baron de Faneste (1617; satire op het hof van Maria de Medici). Na zijn dood verscheen in druk: Le Printemps, Poème de ses amours, Stances et Odes; Sa vie à ses enfants (1557-1618), uitgegeven als Histoire secrète, écrite par lui-même en als Mémoires. Zijn volledige werken (behalve de Histoire universelle) zijn door E. Réaume en de Caussade uitgegeven (1873-1892 in 6 dln).Lit.: E. Réaume, Etude historique et littéraire sur A. d’A. (Paris 1883); P. Morillot, A. d’A. (Paris 1885); S. Rocheblave, Agrippa d’Aubigné (1910) ; Idem, La vie d’un héros (Paris 1912) ; A. Garnier, Agrippa d’Aubigné et le parti protestant, 3 vol. (Paris 1928); M. W. v.
Tuyll v. Serooskerken, Agrippa d’Aubigné (Haarlem 1931).
