Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GENÈVE

betekenis & definitie

(1, Duits: Genf; Italiaans: Ginevra), een der kleinste kantons van Zwitserland, omgeeft het zuidelijk uiteinde van het Meer van Genève, tussen het kanton Vaud (Waadtland) en de Franse departementen Ain en Haute-Savoie en beslaat een oppervlakte van 282 km2 (zonder het water: 246 km2). De bodem is heuvelachtig.

De Rhône en de Arve zijn de hoofdrivieren. Het kanton telt (1948) 204750 inw. Van de bodem is ruim 4/5 productief.De belangrijkste nijverheid is de uurwerkmakerij. Deze werd in 1587 door de Fransman Cusin naar de stad Genève gebracht en heeft zich van daar uit over een groot aantal kleine plaatsjes verbreid. Reeds bij het einde der 18de eeuw stond zij op een hoge trap van ontwikkeling; daarna ging zij achteruit, maar heeft zich langzamerhand weer tot haar vroegere hoogte weten op te werken. De uurwerkindustrie heeft ook de stoot gegeven tot een belangrijke gouden zilversmederij.

Van belang is verder de ijzergieterij en de vervaardiging van bijouterieën, machines, werktuigen, automobielen en electrische toestellen. De vroeger zo beroemde zijde- en textielindustrie is in het begin van de 19de eeuw vervallen. Ten slotte zijn er nog bierbrouwerijen, sigaren-, zeep-, kaarsen- en chemicaliënfabrieken. De handel is door de nabijheid van Frankrijk zeer levendig.

Volgens de grondwet van 14 Mei 1847 heeft het kanton een democratische regeringsvorm. De Conseil général (alle stemgerechtigde inwoners) kiest de overheid en 7 vertegenwoordigers in de Nationale Raad; hij bezit het recht van initiatief en van facultatief referendum. Het wetgevend lichaam is de Grote Raad van 100 leden, die door de drie districten (Genève, rechteren linkeroever) voor 3 jaar worden gekozen. Hij oefent toezicht op het bestuur en het recht van gratie uit, stelt jaarlijks de begroting vast en benoemt rechters.

De uitvoerende macht berust bij de Conseil d’état (Staatsraad), uit 7 voor 3 jaar gekozen leden van de Grote Raad bestaande. Ieder der 48 gemeenten heeft een Conseil municipal, die voor vier jaar gekozen wordt. In de stad Genève is het bestuur opgedragen aan een Conseil administratif. Sinds 1910 bezitten de vrouwen hier het actieve en passieve kiesrecht voor de industriële scheidsgerichten.

(2), hoofdstad van het gelijknamige kanton, ligt 379m hoog bij de plaats, waar de Rhône uit het Meer van Genève komt en telt (1948) 148 640 inw., met randgemeenten 171 163 inw., waarvan (1941) 56,2 pct Prot., 38,1 R.K. en 1,7 Isr. In 1941 spraken van de inw. 79,5 pct Frans, 14 pct Duits, 4,3 pct Italiaans en 0,1 pct Rhaetisch. Genève is door zijn prachtige ligging aan het meer en door de rijke afwisseling in zijn omgeving (in het N. de zachte Jura-glooiingen, in het Z. de steile Salève en daarachter de Montblanc-keten) een der mooiste steden van Europa. Daarbij is Genève zeer in betekenis toegenomen door de vestiging aldaar in 1919 van de zetel van de Volkenbond (tot 1940), van het internationaal bureau van de arbeid en door het reeds lang daar gevestigde internationale Rode-Kruis-comité.

De stad bestaat uit het Quartier St-Gervais, aan de vlakke, langzaam opstijgende oever, en de Vieille Cité (Oude Stad) op de 29 m boven het meer gelegen zandsteenheuvel St-Pierre met de kathedraal. Beide delen worden door 8 bruggen verbonden. Tussen de Pont du Mont-blanc en de Pont de Bergues ligt, van de laatste uit bereikbaar, het Rousseau-eiland met het standbeeld van die schrijver. Iets meer naar beneden ligt een groter eiland, Ile, dat door bruggen met de beide stadsdelen verbonden is.

Aan de oever van het meer en gedeeltelijk aan de Rhône zijn prachtige boulevards aangelegd. In de Jardin des Alpes staat het mausoleum van hertog Karel van Brunswijk, een navolging van dat der familie Scaliger te Verona. In 1909, het vierde eeuwfeest van de geboorte van Calvijn, werd hier de grondslag gelegd van een groots gedenkteken voor die hervormer; dit Monument de la Réformation werd in 1917 voltooid. Onder de kerken moet in de eerste plaats vermeld worden de Protestantse kathedraal, in 1124 in Byzantijnse stijl voltooid en onlangs gerestaureerd, met de praalgraven van de hertog van Rohan (de leider der Protestanten onder Lodewijk XIII) en Agrippa d’Aubigné (de vriend van Hendrik IV); daarbij sluit zich aan de Gothische Maccabaeënkapel (1406).

Onder de wereldlijke gebouwen zijn vermeldenswaard het stadhuis, een ouderwets gebouw in Florentijnse stijl, de nieuwe schouwburg (1872-1873), de universiteit (1868-1872) met het archaeologisch en natuurhistorisch museum en een bibliotheek, het gebouw der medische faculteit, de Kurzaal, de Victoria-hal in Florentijnse stijl, het Athenaeum, het huis van Calvijn en het geboortehuis van Rousseau en gebouwen van de Volkenbond: het Palais des Nations enz. De stad is de hoofdzetel van de in het kanton gedreven industrie (uurwerken, juwelen, sieraden). Het grootste deel van de bevolking vindt zijn bestaan in industrie en handel. Genève heeft een haven, die door twee dammen tegen het meer beschermd is.

Bij de stad ligt het vliegveld Cointrin. Onder de inrichtingen van onderwijs verdient vooral vermelding de in 1873 uit de in 1559 gestichte Calvijnse academie voortgekomen universiteit. Van de kunstverzamelingen zijn o.a. te noemen het museum Rath, in 1825 door de Russische generaal Rath gesticht, het museum Fol en het museum Ariana.

Geschiedenis

Resten van paalwoningen aan de oevers van het meer hebben bewezen, dat de streek reeds in voor-historische tijd bewoond was. Sinds de 4de eeuw n. Chr. behoorde Genava tot de Romeinse provincie „Provincia maxima Sequanorum”. In de 5de eeuw kwam er een bisschop en een Bourgondische koning.

De Franken veroverden de stad in 534. Keizerlijke graven, die weldra hun waardigheid erfelijk maakten, regeerden er sinds de 9de eeuw. De stad zelf werd bestuurd door de bisschop (prins-bisschop sinds de 13de eeuw). Begin 14de eeuw werd de bisschop gedwongen de gemeente te erkennen, en werd de graaf door haar verslagen, doch van toen af oefenden de hertogen van Savoye een grote macht in de stad uit, en lieten hun invloed gelden bij de bisschopskeuze.

In de 15de en 16de eeuw werd Genève daardoor in de Europese politiek gemengd. In 1526 sloot Genève een verbond tegen Savoye met Bern en Freiburg. Hierop — benevens op de „eeuwige bond” met Bern en Zürich van 1584 —berustten in het vervolg de betrekkingen der stad met het Zwitserse Eedgenootschap. Toen in 1535 de bisschop verdreven was en de hervorming in de stad ingevoerd, veranderde de politieke oorlog met Savoye in een godsdienstige.

In 1536 werden samen met Bern de zuidelijke meeroever benevens het Pays de Vaud veroverd, waardoor de kracht van de hertogen van Savoye veel verminderde. In 1602 had de bekendste Savooise overvalspoging plaats (l’Escalade), die jaarlijks nog herdacht wordt (12 Dec.). Calvijn kwam in 1536 in Genève en ontwierp er samen met Farel zijn Geneefse kerkorde, waarin aan de kerk de handhaving der strengste tucht onder de burgers werd opgedragen. Nadat Calvijn in 1538 nog eens de stad had moeten verlaten, werd deze kerkorde ingevoerd in 1541.

Genève werd nu, ofschoon niet zonder verzet der „libertijnen”, veranderd in een streng-puriteinse, democratische theocratie.

Allengs kwam er onderscheid tussen citoyens en bourgeois, die het burgerrecht pas later gekregen hadden, habitants, die het burgerrecht nog niet bezaten, natifs, de kinderen daarvan, en sujets, de boeren uit de omgeving. Gedurende de 16de en 17de eeuw ging van de Geneefse Universiteit (door Calvijn gesticht in 1559) een belangrijke culturele invloed uit. 1792 bracht de politieke gelijkheid, 1794 een kortstondig schrikbewind naar Frans voorbeeld, 1798 de annexatie bij Frankrijk. Het Congres van Wenen (1815) maakte Genève weer vrij en vergrootte het kanton met enige Franse en Savooise dorpen. Dit kanton sloot zich op 19 Mei 1815 bij het Zwitserse Eedgenootschap aan.

De constitutie was vrij conservatief. De macht berustte bij de bezittende burgerij. Daartegen ontstond een radicale beweging onder Fazy, die in 1847 succes had: er kwam algemeen kiesrecht en een scherpe machtenscheiding tussen de Staatsraad (waarin vier syndici) en de Raad van Vertegenwoordigers. Ofschoon Genève onder Fazy een tijd van materiële bloei beleefde, herrees spoedig een sterke oppositiepartij.

Oproeren leidden in 1864 tot ingrijpen van het Zwitserse leger. Sedert 1868 kwam de arbeidersbeweging in socialistische banen, wat toenadering tussen radicalen en conservatieven veroorzaakte. In 1892 kwam de evenredige vertegenwoordiging tot stand, in 1907 scheiding tussen Kerk en Staat. Het conflict met Frankrijk over de neutrale Savooise zone, dat reeds van 1860 af dateerde — toen Frankrijk Savoye geannexeerd had — werd in 1932 door het Hof van Internationale Justitie ten voordele van Genève beslist.

Frankrijk legde zich bij die beslissing neer en verlegde de douanegrens naar de oude plaats op voorwaarde van zekere wijzigingen in het douaneregime. Op 9 Nov. 1932 had in Genève een bloedige botsing plaats tussen ontboden Zwitserse troepen en socialisten, aanhangers van de dagbladredacteur Nicole, die een krachtige campagne tegen financiële corruptie op touw gezet had.

Sedert de tweede helft van de 19de eeuw kreeg Genève grote betekenis als internationaal centrum. Meermalen werden er conferenties gehouden, die bijdroegen tot de vooruitgang der mensheid (oprichting van het Rode Kruis in 1864). Het Volkenbondspaleis dateert van 1930, het gebouw voor het Int. Arbeidsbureau van 1924 en dat voor de Volkenbondsbibliotheek van 1935.

Van 1932 tot 1934 had in Genève een groots opgezette, maar mislukte ontwapeningsconferentie plaats.

Lit.: J. Früh, Geogr. der Schweiz, Bd III (St Gallen 1938) i J. A. Gautier, Hist. de Genève des origines à Pannée 1690, 8 vol. (1896-1914); E.

Doumergue, Le G. des Genevois (Genève 1914); L. J. Thévenaz, Petite Hist. de G. (Genève 1917); G. Fatio, G., cité des parcs (1938); Idem, G., cité de Calvin (1939); H.

Balleydier, Le Port de G. (1939); Livre d’or du Bimillénaire (1942); J. F. Rouiller, Vingt siècles d’hist. genevoise (Genève 1942-’43).

< >