(Jean) (Hubert), Frans-Belgisch journalist en dichter (Maastricht 15 Nov. 1805 - Jambes 24/25 Juni 1849), promoveerde in 1827 in de rechten. Van 1827-1830 was hij advocaat te Maastricht.
Fel tegenstander van het bewind van koning Willem I, werkte hij mede aan het oppositieblad L’éclaireur du Limbourg, waardoor hij enige malen met de strafrechter in aanraking kwam. Zijn gedichtenbundels deden hem eerst kennen als SaintSimonist (Chants du réveil, onder pseud. Ch. Donals, 1831), daarna als democraat. Hij was een van de stichters van de Revue belge (1835) en was ook later medewerker aan verschillende bladen. In Le Remorqueur (1841) verheerlijkte hij de locomotief.Bibl.: Solitude (1833); Moeurs (1834); Maestricht, élégie (1834); L’honnête homme (1835); De persessie v. Scherpenheuvel (1932).
Lit.: G. Stas, Notice du poète maestrichtois Th. W. (Roermond 1871); F. Severin, Th. W., poète beige (Bruxelles 1914); A. vanderLinden, Th. W., in: Biographie nationale de Belgique, XXVII (Bruxelles 1938), vgl.
N. Ned. Biogr. Wb. X (1937).