Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Theodor HERZL

betekenis & definitie

stichter van het politieke Zionisme* (Boedapest 2 Mei 1860 - Edlach, Oostenrijk, 3 Juli 1904), woonde van 1878 af te Wenen en promoveerde aldaar in de rechten in 1884. Na een korte practijk als ambtenaar te Wenen en Salzburg gaf hij de rechterlijke loopbaan op en trad met succes op als letterkundig criticus, journalist en toneelschrijver.

Van 1891-1895 verbleef hij te Parijs als correspondent van de Weense Neue Freie Presse. Hij maakte zodoende van nabij het Dreyfus-proces mede, en het nieuw opkomende antisemitisme „zelfs in het Frankrijk van de grote Revolutie” bracht hem ertoe het Joodse vraagstuk onder ogen te zien. Hij kwam tot de erkenning, dat de oplossing van dit vraagstuk op nationale grondslag moest gevonden worden, d.w.z. door de stichting van een vrije en autonome Joodse staat ergens op de wereld (waarbij Herzl oorspronkelijk niet uitsluitend aan Palestina, maar bijv. ook aan Argentinië dacht). De methode van „assimilatie” werd niet als oneervol, maar als ondeugdelijk voor een integrale oplossing verworpen. Zijn denkbeelden en zijn plan legde hij neer in zijn brochure Der Judenstaat (1896), die zoveel weerklank vond, vooral onder de Joden in Centraal- en Oost-Europa, dat Herzl in 1897 het eerste Zionistische congres te Bazel bijeenriep, waar de Zionistische wereldorganisatie tot stand kwam. De geestelijke leiders van zijn volk noch de grote Joodse financiers kon hij evenwel voor zijn plan winnen. Gesteund echter door vele gelijkgezinden, ten dele reeds eerder georganiseerde Zionisten, en met name door Max Nordau* ontwikkelde Herzl, die een uitstekend schrijver en een meeslepend redenaar was, grote propagandistische en diplomatieke activiteit.

Uit eigen middelen stichtte hij in 1897 Die Welt als het centrale orgaan van de beweging. Hij voerde besprekingen met de meeste grote staatslieden van die dagen, o.a. met keizer Wilhelm II tijdens diens bezoek aan Palestina in 1898, met koning Victor Emmanuel, sultan Abdoel-Hamid II, paus Leo XIII. Na het derde Zionistische congres (1899) trachtte hij van de Turkse regering voor Palestina een „Charter” te verkrijgen onder Turkse souvereiniteit. Ondanks herhaalde besprekingen te Constantinopel bleef evenwel alles zonder feitelijke resultaten. Ook de in 1899 opgerichte Joodse staatsbank, de „Jewish Colonial Trust”, werd een teleurstelling. Het aanbod van de Engelse regering om een gedeelte van Brits Oeganda beschikbaar te stellen, veroorzaakte een heftige oppositie tegen Herzl binnen de organisatie, waarbij hij niet aan verdachtmakingen ontkwam.

Zijn reeds zwaar geschokte gezondheid had hieronder ten zeerste te lijden. Hij wist in Apr. 1904 nog een verzoening met de oppositie te bewerken, maar overleed kort daarna aan een hartkwaal.Herzl heeft bij al zijn politieke activiteit veel geschreven. In zijn roman Altneuland (1902) geeft hij met veel humor een toekomstbeeld — de roman speelt in 1923 — van het leven in de nieuwe Joodse staat.

Zijn doel, waarvoor hij zijn gehele, niet onaanzienlijke, vermogen en al zijn krachten heeft geofferd, heeft hij niet bereikt. Zijn plan is langs geheel andere weg na Wereldoorlog II verwezenlijkt. In de huidige staat Israël wordt zijn nagedachtenis in hoge ere gehouden. Zijn stoffelijk overschot werd in 1949 naar Palestina overgebracht en te Jeruzalem op de „Herzlberg” bijgezet.

Bibi.: Das Palais Bourbon (1895); Philosophische Erzählungen (1900) ; Zionistische Schriften (2 dln, 1903); Feuilletons (2 dln, 1904); Tagebücher (posth., 3 dln, 1923). Verzamelde Zionistische werken: Zionistische Schriften, 5 dln (Berlin 1934).

Lit.: A. Friedemann, Das Leben T. H.’s (Berlin - Leipzig 1914); L. Kellner, T. H.’s Lehrjahre (Wien-Berlin 1920); A. Böhm, Die Zionistische Bewegung I (Tel Aviv2 1935); J. de Haas, The Life of T.

H. (New York 1927); A. Bein, T. H. (Wien 1934); T. H. Jahrbuch, uitgeg. d. T.

Nussenblatt (Wien 1937); I. Cohen, The Zionist Movement (London 1945); J. Patai, Star over Jordan (New York 1946).

< >