naam van enige sultans van TURKIJE.
Suleimân I,
Kânôenî (d.w.z. de Wetgever; in het Frans vaak Soliman le Magnifique), sultan van Turkije (1495-5 Sept. 1566; regeerde van 1520-1566), volgde 30 Sept. 1520 zijn vader Selîm I op, veroverde in 1521 Sabacz, Semlin en Belgrado (29 Aug.) en na een verdediging van zes maanden het eiland Rhodus (21 Dec. 1522). In Apr. 1526 trok hij opnieuw tegen de Hongaren te velde en versloeg hen 28 Aug. bij Mohâcs, waarna 11 Sept. Pest en Boeda de poorten voor hem openden. Ten gunste van Johan Zâpolya, ban van Zevenburgen, ondernam hij in 1529 een derde veldtocht naar Hongarije en belegerde tevergeefs Wenen. In 1533 zond hij een leger onder het bevel van zijn grootvizier Ibrâhîm naar Azië, waar de vestingen Ardsjîsj, Achlât en Wân bezweken en Tebrïz, de hoofdstad van Perzië, hem 13 Juli 1534 binnen haar muren ontving. Bagdad werd eveneens op de Perzen veroverd. Inmiddels had de
Bij de tocht van Hendrik naar Savoye bemachtigde Sully de voor onoverwinnelijk gehouden vestingen Montmélien en Bourg. Na het sluiten van de vrede nam hij. onder de titel van kapitein der havens, rivieren en kanalen, de leiding van het departement van Openbare Werken op zich, schafte invoerrechten af, verklaarde de graanhandel vrij en maakte zich verdienstelijk door het verbeteren der verkeersmiddelen. Nadat Hendrik IV vermoord was (14 Mei I6IO), verloor hij zijn betrekkingen on werd van het hof verbannen. Niettemin vroeg Lodewijk XIII hem meermalen om raad en benoemde hem in 1634 tot maarschalk. Zijn (Economies royales (2 dln, 1638), opnieuw uitgegeven door L’Ecluse (8 dln, 1745), zijn belangrijk voor de kennis van zijn tijd, Maximilien de Béthune, hertog van doch bevatten opzette- Sully; gravure van Jacob Matham lijke onjuistheden.
Lit.: Lavisse S. (1880); Kükelhaus, Der Ursprung des Planes vom Ewigen Frieden in den Memoiren des Herzogs von S. (893); Gauthéreau. Un précurseur financier, S. (1912); E. C. Lodge, S. Colbert and Turgot: a Chapter in French Economie History (London 1931); H. Carré, S. (Paris 1932).