Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Subject

betekenis & definitie

(1, van Lat. subjectum, vertaling van Gr. , hupokeimenon, lett. : het onder liggende), betekent als wijsgerige term oorspronkelijk en nog in de Scholastiek: het aan de eigenschappen ten grondslag liggende, de substantie. In de 18de eeuw krijgt subject de betekenis van het denkende ik dat tegenover zich het object heeft.

In de nieuwere filosofie wordt door Descartes van het denkende subject uitgegaan en getracht vandaar uit tot het zijn te komen. Leibniz spreekt van: subjectum ou l’âme même.Het empirisme van Locke en Hume is gegrond op het psychologisch subject. Kant voert het begrip van de transcendentale subjectiviteit in als de (bovenpsychologische) eenheid van het kennende bewustzijn. Latere denkers maken tot een wereldsubject wat voor Kant alleen maar een begrip van de kennende rede is.

Subjectivisme

noemt men een denkwijze waarin het subjectieve bewust of onbewust overheerst (z objectivisme).

Subjectiviteit

noemt men, in tegenstelling met objectiviteit (z objectief), de bewuste wil of de onbewuste neiging om zich in zijn oordelen en gevoelens alleen door het eigen denken te laten leiden. Terwijl de rationalistische, idealistische en positivistische filosofie naar objectieve en universele kennis streven, is de filosofie van een Kierkegaard en Nietzsche bewust subjectivistisch. Ook in de existentiefilosofie is het subjectieve filosoferen uitgangspunt (z existentiefilosofie). Hier wordt gestreefd naar een gronding van de objectieve kennis in de subjectieve.

(2, muziek) is de naam voor een thema, dat ten grondslag wordt gelegd aan een muzikale compositie, vooral voor een fugathema.

(3, taalkunde) of onderwerp noemt men ook in de taalkunde elk begrip waarvan verondersteld wordt, dat daaraan een ander begrip (praedicaat) als kenmerk toegevoegd wordt.

< >