Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Stadsreiniging

betekenis & definitie

is een dienst die voor de hygiëne van de bevolking van het grootste belang is. Het is o.a. aan de ontwikkeling van deze dienst te danken dat ernstige epidemieën grotendeels bestreden zijn.

De dienst zorgt voor inzameling, verwerking, afvoer of vernietiging van huisvuilnis uit gebouwen binnen de gemeente, voor schoonhouden, stofvrij- en stroef maken van straten en wegen, voor sneeuwafvoer, voor het functionneren der riolering en het baggeren en schoonhouden van grachten en kanalen. De hoeveelheid huisvuilnis bedraagt tegenwoordig voor de grote steden 0,7-1 m3 per inwoner per jaar, in kleine steden met sterk landelijk karakter 0,3-0,5 m3. Voor een stad als Rotterdam moeten ca 2300 m3 per dag worden ingezameld. Op de technische bijzonderheden van dit bedrijf kan niet uitvoerig worden ingegaan. De vuilniswagens zamelen het vuil tegenwoordig in met behulp van standaardvaten die een stofvrije belading van de wagen mogelijk maken.Het huisvuil kan op verschillende manieren worden verwerkt.

1. als materiaal voor het dempen van moerassen en plassen, dus aanwinst van land, hetgeen in Nederland veel toegepast wordt.
2. Het ophogen van terreinen en het opvullen van oude steengroeven, hetgeen in Engeland veel geschiedt, waarbij de gestorte massa direct wordt afgedekt om de ontwikkeling van stank, vliegen, ratten en krekels te voorkomen.
3. Het Beccariproces, dat de omzetting van huisvuil in compost beoogt, dat volgens de uitvinder in stenen cellen onder doorvoering van lucht wordt uitgevoerd. In ca 2 maanden tijd wordt de massa door bacteriën omgezet tot een stof die op teelaarde gelijkt; volgens een Nederlandse vinding wordt deze omzetting aan de openlucht uitgevoerd. Deze methode heeft thans de belangstelling in verband met een tekort aan humus in de bodem.
4. Het huisvuil wordt gebroken en fijngewreven; in de storthoop treedt snelle fermentatie op en het product kan als broeimest dienen.
5. Storten in zee; dit wordt weinig toegepast en alleen als er zeewaartse stroming is, anders spoelt het op de kust aan.
6. Vuilverbranding. Huisvuil is op roosters brandbaar indien blaaslucht wordt toegepast, zodat men er stoom, warmwater of electriciteit mee kan maken. De slak wordt voor wegen of voor slakkenbeton gebruikt, oud ijzer gaat naar de hoogovens, vliegas wordt voor terreinophoging gebruikt.

Straatvegen en spoelen geschiedt thans mechanisch met motorvegers en opneemmachines. De motorspoelwasmachines spuiten de straat schoon en rubberwalsen voeren het losgespoten vuil naar de trottoirgoot. Deze machines kunnen ook sproeien tot een max.breedte van 25 m. Ze kunnen ook oplossingen van stofbestrijdingsmiddelen sproeien, zoals de chloriden van calcium en magnesium. Dit alleen bij droog weer. Regen spoelt deze oplosbare stoffen weg. Een stroef wegdek wordt door strooien van scherp, grof zand of fijn grint verkregen. Met de strooimachines kan ook een mengsel van zand en zout gestrooid worden tegen gladde wegen bij sneeuwval. Ook de sneeuwruiming is gemotoriseerd met behulp van aanhang- of voorspansneeuwploegen en voor grote verkeerswegen sneeuwploegen. Ook het reinigen van straatsifons en riolen geschiedt thans mechanisch. Baggermaterieel houdt het vaarwater op diepte, terwijl drijvend vuil met motorvaartuigen, voorzien van een stalen schepnet, wordt opgevist. Het afvalwater wordt geëxploiteerd. Daar de dienst toch een autopark met werkplaats moet onderhouden is in vele gemeenten de exploitatie van alle gemeentelijk automaterieel aan deze dienst opgedragen. Aan de meeste reinigingsdiensten is bovendien een ontsmettings- en desinsectiebedrijf verbonden.

Lit.: Technisch Maandblad voor Gemeentereiniging - Vervoerwezen en Ontsmettingen (uitg. van de Ned. Ver. van Reinigingsdirecteuren); Nadere beschouwingen over het vuilverwijderingsvraagstuk. Voordrachten voor de afd. Gezondheidstechniek van het Kon. Inst. van Ingenieurs door A. M. Noppen en dr W. M. F. de Bruyne, in: De Ingenieur 1947, no 11; Het Vuilverwijderingsvraagstuk, uitg. Ned. Ver. v. Reinigingsdirecteuren (Amsterdam 1944); Richtlijnen inzake behandeling van huisvuil in de woning. GezondheidsorganisatieT.N.O., 1952, Rapportenerwerkcommissie.

< >