Westduits stadje in het Land Nedersaksen, aan de spoorlijn Hannover - Minden met (1952) 14 100 inw. (1939: 8760; 1945: 10 350), van wie ⅔ Evang.,behoorde eertijds tot het vorstendom Schaumburg-Lippe. Het bezit een raadhuis en vorstelijk slot (beide uit 16de eeuw) en een Martinikirche (14de-15de eeuw) met mausoleum.
Stadthagen is een opkomende industriestad. Er is steenkolenmijnbouw en industrie (textiel, tegels, leer, hout).