Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VLIEGEN

betekenis & definitie

noemt men al die soorten van Tweevleugeligen of Diptera die zich onderscheiden door een korte, gedrongen lichaamsbouw en meestal zeer korte sprieten. Onder deze definitie vallen duizenden soorten, verdeeld over een groot aantal families, waarvan enkele, zoals de sluipvliegen en de zweefvliegen, afzonderlijk worden behandeld.

Een aantal vliegen behoort tot de hinderlijkste insecten in huis. In de eerste plaats een drietal soorten, behorende tot de familie Muscidae, nl. de gewone kamervlieg (Musea domestica), de kleine kamervlieg (Fannia canicularis) en de steekvlieg (Stomoxys calcitrans). De gewone kamervlieg en de steekvlieg leven als larve vooral in mest en zijn derhalve in de grote steden lang niet meer zo algemeen als vroeger toen nog overal paardenstallen waren; die van de kleine kamervlieg leven meer in allerlei plantaardige afval. De steekvlieg is vooral hinderlijk door de gevoelige steken, die hij ons toebrengt, maar is, zeker in Nederland, hygiënisch van minder belang dan de kamervliegen, die zich in volwassen toestand voeden met allerlei organische vloeistoffen en daardoor een eerste rol spelen bij het overbrengen van ziektekiemen op voedsel. Eveneens hinderlijk in huis is de blauwe vleesvlieg (Calliphora erythrocephala). Deze en de verwante groene (Lucilia spec.) en grauwe (Sarcophaga spec.) vleesvliegen voeden zich als larve met aas en bedreigen daardoor allerlei vleeswaren.

Direct ziekteverwekkend zijn de reeds afzonderlijk behandelde horzels, die vooral vee aantasten, maar waarvan in de tropen enkele op de mens levende soorten bekend zijn. Onder de ziekteoverbrengende soorten nemen de Afrikaanse tse-tse vliegen de eerste plaats in. Dit zijn bruine Muscidae met een zeer afwijkende ontwikkeling (de larve maakt deze geheel in het moederlichaam door) waarvan vooral de soort Glossina palpalis berucht is als overbrenger van de gevreesde slaapziekte.

Een aantal vliegen zijn schadelijk voor land- of tuinbouw. Zo is bijv. de Chloropide Oscinella frit, de fritvlieg, schadelijk voor graan, de koolvlieg (Chortophila brassicae) en de uienvlieg (Ch. antiqua) behoren tot de meest gevreesde vijanden van genoemde gewassen waar hun larven zich in boren; de zweefvlieg Lampetia equestris is de beruchte narcissenvlieg, die in narcissenbollen leeft en deze doet verrotten.

DR G. BARENDRECHT.

< >