Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

St. GILDAS

betekenis & definitie

Brits boetprediker (ca 500-570?), werd volgens eigen mededeling geboren in het jaar van de grote overwinning der Britten bij de Mons Badonicus en wel — aldus de geloofwaardigste Vita, geschreven te Ruis (Rhuys) — in het gebied Are-Cluta (gewoonlijk opgevat als Strath-Clyde in Zuid-Schotland, maar volgens enkele geleerden eerder het dal van de Clwyd in Noord-Wales) als zoon van koning Caw, een bekende figuur uit de Noordbritse sagen. Hij zou opgevoed zijn in Zuid-Wales door St Illtud en daarna het Christendom gepredikt hebben in Noord-Brittannië, in Ierland op verzoek van koning Ainmire (566-569) een grote opleving van het geloof bewerkt en ten slotte lange tijd gearbeid hebben in Aremorica, waar hij het klooster van Ruis stichtte, zijn beroemd werk schreef en stierf.

F. Lot en J. Loth hebben de ongeloofwaardigheid van deze laatste berichten aangetoond (de verering van Gildas in Bretagne berust op verwarring met een inheemse heilige, Gweltas); de mededelingen over zijn geboorte en arbeid in Ierland gaan echter zeker terug op een oude bron. Zijn feestdag is 29 Jan.Gildas, die door Alcuïn bijgenaamd werd „de wijste der Britten”, dankt deze roem aan zijn werk De excidio et conquestu Britanniae (kort voor 547), een hartstochtelijke en zeer gezwollen aanklacht tegen zijn landgenoten en in het bijzonder tegen de geestelijkheid en een vijftal met name genoemde Welse vorsten van zijn tijd, die door hun lafhartigheid en goddeloze levenswandel de schuld dragen van de treurige staat van het door Pikten, Scoten, Angelen, Saksen en burgeroorlogen geteisterde vaderland. Zijn kennis van de Romeinse en onmiddellijk voorafgaande tijd is uiterst beperkt. Ten onrechte heeft men sedert Beda Gildas geëerd als de oudste Britse historicus: de boetprediker beoogde volstrekt niet een geschiedwerk te schrijven. Zijn zwijgen over een oudere tijdgenoot als Arthur is dan ook geenszins een argument tegen de historiciteit van deze figuur.

DR TH. M. CHOTZEN +

Lit.: De Excidio, met enige kleinere aan G. toegeschreven werken (brieffragmenten, De Poenitentia), is het best uitgegeven door Th. Mo mms en, in Monumenta Germaniae historica, Auctores antiquissimi, dl XIII (Berlin 1898); F. Lot, La vie de saint Gildas (in Mélanges d’Histoire bretonne, Paris 1907, blz. 207 en vlgg.); E. Faral, La légende arthurienne, I (Paris 1929), blz. 1 en vlgg.

< >