Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SPENSER, edmund

betekenis & definitie

Engels dichter (Londen ca 1552 - 16 Jan. 1599), studeerde tot 1576 te Cambridge; hier sloot hij vriendschap met Gabriel Harvey, die hem een tijdlang sterk heeft beïnvloed. In Londen maakte hij daarop kennis met Sir Philip Sidney, die zijn beschermheer werd.

Met hem behoorde Spenser tot een literaire kring die een klassieke vormgeving in poëzie nastreefde. Na enige tijd in dienst te zijn geweest bij Leicester vergezelde hij als secretaris in 1580 de onderkoning van Ierland naar Dublin; hij betrok het kasteel Kilcolman in Cork. Sedert 1588 was hij secretaris van de raad van Munster. Met uitzondering van twee bezoeken aan Londen bleef hij in Ierland totdat Kilcolman door opstandelingen in as werd gelegd (1598). Wellicht leverde hij reeds als schooljongen enige vertalingen van Petrarca en Du Bellay voor het Theatre of Wordlings (1569), de Engelse bewerking van Jan van der Noot’s Theatre oft Toon-neel. Hij werd bekend door het herdersdicht The Shepheardes Calendar (1579), bevattend 12 pastoralen — voor iedere maand één — naar voorbeelden van Theocritus, Vergilius en Clément Marot.

Op de dood van Sir Philip Sidney schreef hij het treurdicht Astrophel (1586). Sir Walter Raleigh, die Spenser op Kilcolman bezocht, bracht Spenser tot de publicatie van zijn reeds veel eerder begonnen meesterwerk The Faerie Queene, waarvan de eerste 3 boeken verschenen in 1590, de 3 volgende in 1596. Spenser werd aan koningin Elizabeth voorgesteld en ontving van haar een jaargeld; hij is daarom te beschouwen als de eerste poet laureate. De Faerie Queene is een rijk geschakeerde allegorie, waarin deugden worden gepersonifieerd maar ook de volmaakte ridder Artus (Leicester) de feeënkoningin Gloriana (Elizabeth) zoekt. De romantische avonturen worden afgewisseld met bespiegelingen over ethiek. Dit werk spruit niettemin voort uit een zuivere inspiratie, enthousiasme voor de nieuwe geest die de cultuur bezielde; het dichtwerk schittert door de pracht van verbeelding die gedragen wordt door een oorspronkelijk en diep wijsgerig inzicht.

De dichter zoekt een universele harmonie en poogt de eeuwige verandering te duiden. Welbewust streefde Spenser er naar om een nationaal epos te schrijven; hij schiep er een archaïserende taal voor. De versmaat is een 9-regelige strofe, omvattend 8 jambische pentameters en een statige alexandrijn aan het slot; het rijmschema van deze Spenseriaanse stanza is

a b a b b c b c c.

De Complaints (1591) omvatten o.m. de satire Prosopopoia en het vooral in de vorm meesterlijke Muiopotmos. In 1595 verscheen het zeer levendige, eerder geschreven Colin Clouts come home again. Zijn in 1594 gesloten huwelijk bezong Spenser in ongeëvenaarde lyriek: Epithalamion, dat verscheen met zijn liefdessonnetten Amoretti (1595) Tijdens een bezoek aan Londen schreef hij Fowre (four) Hymns en Prothalamion (1596). In opdracht van de regering werd zijn enige prozawerk geschreven Veue (view) of the Present State of Ireland (1596). Als geen ander dichter heeft Spenser, nadat hij in de 19de eeuw opnieuw waardering had gevonden, de Engelse poëzie beïnvloed.

Uitg.: volledige uitg. d. A. B. Grosart (10 dln, London 1882-’83); Poetical Works, ed. J. C. Smith and E. de Selincourt (3 dln. 1909-’10; 1912); Johns Hopkins Variorum ed. (1933-’43).

Lit.: W. J. Courthope, The Genius of S. (London 1868); W. L. Renwick, E. S., an Essay on Renaissance Poetry (London 1925); W.

B. J. Pienaar, E. S. and Jonker Jan van der Noot, in: Engl. Studies, 1926; B. E.

C. Davis, E. S. (1933); J. Spens, S.’s Faerie Queene (1934); M. Bhattacherje, Platonic Ideas in S. (New York 1935); C. S.

Lewis, The Allegory of Love (1936); C. G. Osgood, Poetry as a Means of Grace (Princeton 1941); J. W. Bennett, Evolution of the Faerie Queene (1942); A. C.

Judson, The Life of E. S. (1945).

< >