Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Theocritus

betekenis & definitie

(Gr.: Theokritos), Grieks dichter, hoofdvertegenwoordiger der bucolische poëzie (Syracuse of eiland Kos ca 305 v. Chr. - ?), vertoefde kort aan het hof van Hiëro te Syracuse en lang aan dat van Ptolemaeus Philadelphos te Alexandrië, zoals blijkt uit poëtische brieven of lofprijzingen, tot deze vorsten of hun huis gericht.

In zijn Idyllen of herdersgedichten is hetzij Sicilië, hetzij Kos de achtergrond. Van de talrijke genres, die hij beoefend heeft, zijn vnl. de bucolische gedichten bewaard; het zijn bekoorlijke, maar niet geheel realistische schilderijen van het leven der herders, vooral van hun liefdeleven en hun gezang, meestal in monoloog- of dialoogvorm gegoten. Naast deze idyllen zijn bewaard de drie stadsnamen, die resp. in Alexandrië en Syracuse spelen (z mimus) en enige epyllia, ten dele in schertsende toon gehouden.Theocritus munt uit in het schilderen der natuur en het typeren van karakters, in het voeren van een ongedwongen dialoog en het zuiver weergeven van een psychologische situatie. Het krachtige en heroïeke liggen hem niet, des te meer echter het tere en subtiele, zowel in ernst als in scherts.

Uitg.: m. vert. d. A. S. P. Gow, 2 dln (195o), vgl. A. S. P. Gow, The Greek Bucolic Poets (Cambridge 1953» Eng. vert.); z verder bucolische poëzie.

Lit.: Ph.-E. Legrand, Etude sur Théocrite (1898); E. Bignone, Teocrito studio critico (i934)-

< >