Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

EFFECTENHANDEL

betekenis & definitie

Een voorname overweging bij het uitgeven van een lening en het aantrekken van kapitaal in de vorm van een aantal onderling vervangbare effecten is de wens om de overdraagbaarheid van dit bezit voor de houders te vergemakkelijken. In de meeste gevallen gaan dan ook aanwezigheid van effecten en effectenhandel gepaard.

Deze handel komt in verschillende graden van intensiteit voor. Sommige effecten worden bijna nooit, andere af en toe, weer andere druk verhandeld. Uit maatschappelijk oogpunt van belang is die effectenhandel die uitgaat boven de geïsoleerde ruil van effecten tussen twee partijen. In de meeste gevallen wordt dan een schakel tussen koper en verkoper ingevoegd: bank, commissionnair in effecten, of hoekman. Voor fondsen, waarin regelmatig veel handel plaats vindt, is een afzonderlijk apparaat voor de effectenhandel ontstaan: de effectenbeurs. Bij fondsen, die daar niet worden verhandeld wordt gesproken van handel in incourante fondsen. Deze vindt grotendeels plaats door bemiddeling van enkele daarin gespecialiseerde commissionnairs.Het centrum van de Nederlandse effectenhandel is de effectenbeurs te Amsterdam. Het grootste gedeelte van de effectenhandel, die hier geschiedt, betreft het uitvoeren van koop- en verkooporders voor het beleggend en speculerend publiek (waaronder ook de institutionele beleggers). Deze orders worden door het publiek opgegeven aan banken en commissionnairs in het gehele land. Zijn deze buiten Amsterdam („in de provincie”) gevestigd, dan geven zij de orders meestal door naar hun hoofdkantoren of correspondenten te Amsterdam, die voor uitvoering ter beurze, als regel via hoeklieden, zorg dragen. In de tweede plaats nemen ook personen aan de beurshandel deel, die niet hun bemiddeling aan het publiek verlenen, doch voor eigen rekening effecten kopen en verkopen: de effectenhandelaars of daghandelaars.

De handel op de Amsterdamse effectenbeurs is in grote lijnen aldus georganiseerd. Voor elk fonds is een bepaalde plaats, hoek genaamd, in het beursgebouw aangewezen, waar de handel plaats moet vinden. In elke hoek is aanwezig een hoekman, d.i. een lid van de Vereeniging voor den Effectenhandel (de organisatrice van de beurs), die zich speciaal bezighoudt met de handel in het betreffende fonds, of soms ook in een beperkt aantal fondsen. De aan- en verkooporders die bij de banken en effectencommissionnairs zijn binnengekomen, worden door dezen aan de hoeklieden in de respectieve hoeken doorgegeven, bij wie dus alle vraag en aanbod van het gehele land wordt gecentraliseerd.

Is de officiële beurs, die van Maandag t/m Vrijdag elke middag gedurende 1 uur en 10 min. wordt gehouden, reeds aangevangen, en heeft in het betreffende fonds reeds handel plaats gehad, dan zal de bank of commissionnair, die nog een order krijgt uit te voeren, in de regel zelf (of zijn bediende) de koop of verkoop in de hoek verrichten. Somtijds wordt dan gebruik gemaakt van de diensten van een beurscommissionnair, nl. indien de hoeveelheid zelf uit te voeren orders dat nodig maakt of wanneer men anoniem wenst te blijven.

Wanneer bij handel in de hoek alle transacties plaats vinden tussen het kopende of verkopende beurslid enerzijds en de hoekman anderzijds, spreekt men van een gesloten hoek. Bij fondsen met veel handel — de voornaamste hiervan worden actieve of A-fondsen genoemd — vindt de handel bovendien ook wel plaats tussen de beurslieden, die zich in de hoek bevinden, dus buiten de hoekman om. In dit geval spreekt men van een open hoek. Vooral bij grote instellingen (bijv. banken met een net van bijkantoren over het gehele land) komt het echter vaak voor, dat zij gelijktijdig koop- en verkooporders in bepaalde fondsen van het publiek hebben opgekregen. In vele gevallen kunnen zij deze orders dan „in zichzelf afsluiten”, d.w.z. de betreffende fondsen van de een kopen en aan de ander verkopen en aldus de beurs voorbijgaan.

De beurs is het orgaan, waar de prijzen der effecten tot stand komen. Op de Amsterdamse beurs heeft de overgrote meerderheid van deze prijzen de vorm van een koers, waarbij de prijs wordt uitgedrukt in procenten van de nominale waarde van het betreffende stuk (d.i. het geldbedrag, dat op het stuk gedrukt is, meestal ƒ 1000 of ƒ 500). Voor een kleiner aantal fondsen luidt de prijs in guldens; in dit geval spreekt men van notering in eensgevend geld.

Wat de prijsvorming betreft, is voor de beursleden art. 9 van het Noteringsreglement van de Vereeniging voor den Effectenhandel van groot belang dat zegt: „Wanneer bij enige affaire mocht blijken, dat de koper tegen een hogere koers gekocht heeft dan waarvoor hij op hetzelfde ogenblik kon kopen, of tegen een lagere prijs verkocht heeft, dan die welke hij op hetzelfde ogenblik kon bedingen, wordt die koers niet genoteerd. Dit betekent dat er op één ogenblik slechts één koers kan zijn en dat een beurslid bij de handel een tegenpartij nooit kan weigeren.

Wat de invloed van het publiek op de prijsvorming betreft, is de vorm waarin de orders worden gegeven van belang. Sommige orders worden met limieten opgegeven, de meeste echter zonder limiet (= bestens). Een verkooporder met limiet 120 pct bijv. betekent dat alleen mag worden verkocht, als de koers 120 pct of hoger is. Een kooporder met limiet 105 pct wil zeggen, dat alleen mag worden gekocht als de koers 105 of lager is.

Te Amsterdam vindt in het algemeen afrekening van de opgegeven orders plaats tegen de middenkoers, d.i. het gemiddelde van de hoogste en de laagste koers, die in dat fonds op de betreffende dag gedurende de beurstijd tot stand zijn gekomen. Het is mogelijk dat niet alle verkooporders of aankooporders gelimiteerd op de beurskoers uitgevoerd konden worden. Achter de koers wordt dan vermeld g.l. (gedaan en laten) resp. g.b. (gedaan en bieden). Het kan ook voorkomen, dat er in een bepaald fonds wel orders waren, doch geen handel plaats vond. Was er bijv. een aankooporder, gelimiteerd op 150, doch was er geen verkoper, dan is de koers 150 b (= bieden). Zijn er gelimiteerde verkooporders aanwezig, waartegenover geen vraag staat, dan luidt de notering bijv. 160 l (= laten).

Ten aanzien van het tijdstip, waarop levering en betaling der stukken geschiedt, kan men bij de effectenhandel nog het volgende onderscheid maken. Bij een contante affaire hebben levering en betaling van het stuk onmiddellijk of binnen enkele dagen plaats. Te Amsterdam komt deze vorm het meeste voor. Bij een tijdaffaire (zelden voorkomend) vinden levering en betaling pas na zekere tijd plaats. Bij premieaffaires wordt geen eigenlijke koop of verkoop gesloten. Men heeft dan het recht, tegen betaling van zeker bedrag, premie genaamd, binnen zekere termijn een bepaald aantal stukken te kopen (hausse-premie) resp. verkopen (baissepremie) tegen een van te voren bepaalde koers. Men heeft niet de plicht dit te doen. Voorts kan men ook het recht kopen een bepaald aantal stukken te mogen kopen en verkopen („put en call”). Ten slotte bestaan nog keuzen, welke een combinatie vormen tussen een contante koop en een premieaffaire; men koopt daarbij bijv. contant één aandeel en verkrijgt het recht bovendien nog twee aandelen op te vragen tegen een bepaalde koers.

De effectenhandel in Amsterdam beperkt zich niet tot Nederlandse effecten; ook in vele buitenlandse fondsen, vooral Amerikaanse, vindt hier handel plaats.

J. C. BREZET

In België bestaan vier effectenbeurzen, doch die van Brussel is veruit de voornaamste. Toch heeft ook de beurs te Antwerpen een zeker belang, terwijl op de beurzen van Gent en Luik slechts locale waarden verhandeld worden naast staatsfondsen.

De oprichting, de werking en de organisatie van de effectenbeurzen, evenals het statuut van de effectenmakelaars, is in België geregeld door de K.B. van 15 Oct. 1934, die naderhand meermalen gewijzigd werden.

De voorwaarden om als effectenmakelaar aanvaard te kunnen worden zijn tamelijk zwaar. Naast de eigenlijke effectenmakelaars, die rechtstreeks effectenverrichtingen mogen uitvoeren, bestaan er ook effectenmakelaars-correspondenten, die slechts mogen gevestigd zijn in localiteiten die meer dan 25 km verwijderd zijn van een stad waar een beurs bestaat. Dezen hebben in principe geen toegang tot de beurs en moeten hun verrichtingen laten uitvoeren door een eigenlijke effectenmakelaar. Hetzelfde moet trouwens gezegd worden van de banken, die wel beursorders mogen in ontvangst nemen, doch de uitvoering er van aan een effectenmakelaar moeten overlaten.

De effectenmakelaars, ingeschreven op de lijst van een effectenbeurs, vormen een vereniging met burgerlijke rechtspersoonlijkheid, die door de Beurscommissie vertegenwoordigd wordt. Deze laatste zorgt voor de dagelijkse opstelling en publicatie van de noteringslijsten, en waakt er over dat de effectenmakelaars hun plichten nakomen. Buiten de Beurscommissie bestaat eveneens een Commissie van Beroep en een Noteringscomité, dat beslist over het opnemen en het eventueel schrappen van effecten op de officiële noteringslijsten.

De beurs van Brussel is ingedeeld in een contantmarkt, een termijnmarkt en een bankmarkt. Sedert het begin van Wereldoorlog II is de termijnmarkt evenwel gesloten. Voor de contantmarkt kunnen de aan- en verkooporders gegeven worden voor uitvoering tegen de koers van de dag of met een limiet. Zo vraag en aanbod voor een effect tegen een bepaalde koers elkaar ongeveer dekken, zal die koers op de officiële noteringslijst ingeschreven worden. Indien de effectenmakelaar evenwel geen tegenpartij vindt voor zijn aan- of verkooporders, vraagt hij de „wijziging” aan van de koers, nadat hij zijn „geld” of „papierkoers” op de noteringslijst heeft laten opnemen. Hierdoor geeft hij te kennen dat hij koper of verkoper is tegen de vermelde koersen. In dit geval is die effectenmakelaar er echter toe gehouden gedurende de drie volgende dagen tegen de aangeduide koers tenminste een bepaald aantal effecten op te nemen of te verkopen. Indien tijdens de tweede beursdag echter nog geen verrichting tot stand komt, mag de betrokken effectenmakelaar vragen een „gewijzigde koers” geld of papier te laten noteren (cours modifié argent ou papier — CMA of CMP). Het kan ook voorkomen dat een beursorder niet integraal kan uitgevoerd worden, daar slechts voor een gedeelte er van een tegenpartij gevonden wordt. In dit geval zal de koers gevolgd worden door de vermelding K.V. (kopers verminderd) indien de vraag naar papier het aanbod overtreft, en door V.V. (verkopers verminderd) als de verkooporders maar gedeeltelijk kunnen uitgevoerd worden.

Op de termijnmarkt worden aan- en verkopen van effecten ingedeeld in vaste en voorwaardelijke verrichtingen. Vaste verrichtingen zijn die welke op het ogenblik dat zij gesloten worden een definitief karakter krijgen, en zulks tegen een bepaalde koers. De orders voor dit soort verrichtingen kunnen gegeven worden tegen de eerste koers, bestens, tegen een gelimiteerde koers of tegen een stopkoers. Voor een verkoop betekent een order met een „stop-limiet” dat de effectenmakelaar mag verkopen zodra de koers de gegeven limiet bereikt. Hierdoor kan de speculant zijn risico in zekere mate beperken. Stoplimieten kunnen ook gegeven worden voor terugkopen, doch op de beurs te Brussel waren dit soort orders vóór Wereldoorlog II eerder zeldzaam. Ook de premie-affaires, die in feite voorwaardelijke verrichtingen zijn, waren te Brussel niet sterk verspreid met uitzondering van de zgn. „call”- en „put”-verhandelingen. Het gewone beurspubliek nam aan deze premie-affaires practisch niet deel.

De zgn. Bankmarkt is te Brussel slechts een speciale rubriek van de contantmarkt, waar o.m. effecten verhandeld worden van vennootschappen die in liquidatie zijn, of effecten die moeten omgewisseld worden omwille van een fusie, enz...

Begin van elke maand wordt door de Beurscommissie een Openbare Veiling gehouden van effecten die niet op de officiële noteringslijst ingeschreven zijn. Deze effecten worden bij opbod verkocht en de verrichtingen worden er verhandeld zoals op de contantmarkt. De verrichtingen op de beurs te Brussel beperken zich niet tot Belgische en Kongolese waarden, doch ook talrijke vreemde aandelen en obligaties worden er druk verhandeld.

DR L. DELMOTTE