Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Termijnhandel

betekenis & definitie

is een vorm van handel, waarbij het in tegenstelling met de transacties op de markt, niet om de goederen zelf te doen is, maar om de prijsbeweging. Kopers noch verkopers beogen hierbij derhalve levering van de gekochte en verkochte goederen, doch handelen in de veronderstelling, dat zij vóór het aanbreken van een bepaalde termijn hun positie kunnen neutraliseren door het afsluiten van tegengestelde transacties. Onder de marktpartijen bevinden zich twee categorieën personen, en wel

a. speculanten, die het om het prijsverschil op verschillende tijdstippen te doen is (baissiers en haussiers) (z speculatie) en

b. personen (handelaren, fabrikanten), die het om de uitschakeling van het prijsrisico van aangelegde voorraden begonnen is. De techniek van deze termijntransacties is in het kort als volgt:

Kopers en verkopers moeten, als reeds werd opgemerkt, hun oorspronkelijke transactie door een tegengestelde kunnen compenseren; d.w.z. tegen een aanvankelijke koop moet een overeenkomstige verkoop op later tijdstip gesteld kunnen worden, tegenover een oorspronkelijke verkoop een koop van dezelfde omvang en dezelfde kwaliteit. Deze compensatiemogelijkheid wordt op kunstmatige wijze in het leven geroepen; daarvoor is o.m. nodig, dat

1. de kwaliteiten der verhandelde goederen homogeen (onderling verwisselbaar) zijn;
2. de verhandelde hoeveelheden aan elkaar gelijk zijn;
3. de leveringstermijnen genormaliseerd zijn;
4. de handelende personen onderling vervangbaar zijn.

Wat de onderlinge verwisselbaarheid der kwaliteiten (de zgn. fungibiliteit) betreft kan worden opgemerkt, dat deze vervangbaarheid veelal niet van nature aanwezig is. Zo zal bijv. de koffie-oogst in een bepaald land, omdat het een natuurproduct is, uiteenvallen in een groot aantal partijen van verschillende kwaliteit. Met behulp van een officieel classificatiesysteem wordt de koffie nu in een aantal groepen ingedeeld. De Santos-koffie bijv. in zes kwaliteiten, te weten:

1. extra prime;
2. prime;
3. superior;
4. good;
5. regular en
6. minimum.

Als basis van het termijncontract in Santos-koffie is nu de kwaliteit 4 (good) gekozen; deze kwaliteit noemt men de standaardkwaliteit. Doet zich het geval voor, dat een verkoper zijn positie niet door een tegengestelde transactie heeft kunnen of willen compenseren, dan moet deze verkoper bij het aanbreken van de termijn uiteraard leveren. Bij levering van een andere kwaliteit dan de standaardkwaliteit vindt er verrekening plaats. Levert men bij de termijnhandel in Santos-koffie de kwaliteiten 1, 2 of 3, dan moet een vastgestelde vergoeding aan de verkoper betaald worden; levert men de kwaliteiten 5 en 6, dan ontvangt de koper een rafactie.

Soortgelijke bepalingen bestaan voor alle soorten goederen, voor welke de termijnhandel is georganiseerd. Voor elk van de kwaliteiten is ter beurze een type-monster aanwezig.

Het tweede vereiste voor de termijnhandel is de gelijkheid der verhandelde hoeveelheden per contract. Deze gelijkheid is een uitvloeisel van de beursbepalingen, waarin voor elk product standaardhoeveelheden zijn vastgelegd. (Voorbeelden: Santos-koffie 29 400 kg; tarwe Rotterdam 1000 kg; tarwe U.S.A. 5000 bushel.) Enige afwijking van deze standaardhoeveelheden is bij levering toegestaan, evenwel onder het voorbehoud, dat het verschil tussen het geleverde gewicht en de standaardhoeveelheid moet worden verrekend op basis van de laatste beursnotering. Door deze bepaling wordt opzettelijke te geringe levering bij prijsstijging en te omvangrijke levering bij prijsdaling voorkomen.

In de beursreglementen worden voorts de tijden vastgelegd, waarop transacties kunnen worden afgesloten. Men neemt daarvoor niet bepaalde data, doch vaste perioden van een maand (bijv. Mei-, Juli-, Sept.-, Dec.-termijn). Op deze wijze wordt het ineensluiten der transacties vergemakkelijkt.

Ten slotte moeten er ten behoeve van de termijnhandel maatregelen genomen zijn om de onderlinge verwisselbaarheid van kopers en verkopers te bewerkstelligen. Dit wordt bereikt door het inschakelen van een liquidatiekas, die in de plaats treedt van de oorspronkelijke kopers en verkopers. Elke koop en elke verkoop wordt dagelijks bij de liquidatiekas geregistreerd. De liquidatiekas garandeert nu, zowel naar de zijde van de kopers als naar de zijde der verkopers de prompte afwikkeling der transacties. Daartoe eist men van elk tot de termijnhandel toegelaten beurslid en voor elk contract het storten van een waarborgsom, met behulp waarvan de prijsverschillen kunnen worden verrekend. Bij grote prijsfluctuaties wordt aanvulling van de waarborgsommen gevraagd. Onderstaand voorbeeld moge de gang van zaken nader illustreren:

1 Juli A verkoopt aan B per Dec. à 50
20 Juli B verkoopt aan G per Dec. à 49
28 Aug. G verkoopt aan D per Dec. à 50½
30 Oct. D verkoopt aan A per Dec. à 501/4

De liquidatiekas ontvangt: betaalt:

van B zijn verlies à 1 aan C zijn winst à 1½

van D zijn verlies à 1/4

van A zijn verlies à ¼

Samen 1 ½ 1 ½



Wij merkten reeds op, dat men van de termijnhandel gebruik kan maken om het prijsrisico op voorraden uit te schakelen. De behoefte aan het uitschakelen van dit prijsrisico kan zowel bij opslaande handelaren als bij fabrikanten aanwezig zijn. De mogelijkheid om deze risico-uitschakeling te bewerkstelligen berust op de omstandigheid, dat de prijs van ter plaatse aanwezige (loco) goederen samenhangt met de termijnprijs; en wel door de opslagkosten (carrying charges). Deze samenhang is in het algemeen als volgt: locoprijs + opslagkosten = termijnprijs. Stel de opslagkosten op ƒ 5,— per eenheid per maand en de locoprijs op 1 Juli f 60,— per eenheid, dan zal de termijnprijs per Dec. op 1 Juli ƒ85,— bedragen.

Het uitschakelen van het prijsrisico op aangelegde voorraden geschiedt nu als volgt: A. wenst geen prijsrisico te lopen voor een hoeveelheid van 5000 bushel tarwe, die hij op 1 Oct. op de locomarkt koopt voor $ 0,90 per bushel. De opslagkosten bedragen $ 0,025 per bushel per maand. Op 1 Nov. blijkt de locoprijs te zijn gedaald tot $ 0,825 perr bushel. Op deze datum zou A. dus een verlies hebben geleden van $ 0,90 - $ 0,825 — $ 0,075 per bushel, vermeerderd met 1 maand opslagkosten ($ 0,025 per b.) = $ 0,10 per bushel. Dit prijsrisico heeft A. echter uitgeschakeld, door op i Oct. tevens een termijnverkoop af te sluiten per Dec., en wel tegen $ 0,95 per b. ($ 0,90 + 2 maanden opslagkosten). Op 1 Nov. sluit hij een tegengestelde termijntransactie af (termijnkoop) à $ 0,85 per b. (locoprijs $ 0,825 + maand opslagkosten). Het resultaat van zijn activiteit op de termijnbeurs is nu als volgt:

1 Oct. Verkoop 5000 bushel per Dec. a $ 0,95 per b.
1 Nov. Koop 5000 bushel per Dec. à $ 0,85 per b.

Resultaat Winst à $ 0,10 per b.

Deze winst is juist voldoende om zijn verlies op het houden van zijn voorraad te compenseren. Deze wijze van opereren op de termijnmarkt noemt men hedgen.



Is de termijnprijs hoger dan de locoprijs, dan spreekt men van het bestaan van een report. Soms is de termijnprijs evenwel lager dan de locoprijs; in dat geval bestaat er een deport. Laatstbedoelde situatie kan zich voordoen, wanneer de toekomstige oogst overvloediger is dan de voorafgaande. De termijnprijs is dan gebaseerd op het verwachte grote aanbod van de nieuwe oogst en zal dan lager zijn dan de locoprijs van de geringere oude oogst. In dit geval is er van een samenhang tussen locoprijs en termijnprijs, via de opslagkosten, geen sprake.

In de jaren 1850-1900 kwamen op de Noordamerikaanse goederenbeurzen veel misbruiken bij de termijnhandel voor door speculatieve manipulaties. Speculanten kochten nl. zoveel mogelijk op termijn en namen tegelijkertijd maatregelen om de verkopers het nakomen van de contracten onmogelijk te maken. Deze speculaties, corners genaamd, werden krachtig door de beursbesturen bestreden en zijn in de 20ste eeuw nagenoeg verdwenen.

PROF. DR F. L. VAN MUISWINKEL

Lit.: E. J. van der Maaten, De Termijnhandel in Effecten en Goederen (’s-Gravenhage 1916); G. W. M. Huysmans, T. in valuta, diss. Roermond (1926); W. T. Müller, Das Differenzgeschaft im Rahmen d. Börsen-Terminhandels, diss. Bern (1941); G. Lebrun, Les marchés k terme et l’exception du jeu en Belgique (Louvain 1945).