Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SPECHTVOGELS

betekenis & definitie

vormen de orde Pici onder de Vogels. Bij de meeste families van deze orde is de schedel desmognaath (zie vogels), bij andere aegithognaath zoals bij de Passeres (zie zangvogels), waarvan de primitieve vormen de naaste verwanten der Spechtvogels zijn.

De Pici onderscheiden zich verder van de Passeres doordat zij zygodactyl zijn, d.w.z. dat de 2de en 3de teen naar voren, de 1ste en 4de naar achteren zijn gericht.Men verdeelt de Pici in 2 onderorden nl.: de Galbuloidea, die alle desmognaath zijn, lange kolfvormige blinde darmen bezitten en waarbij de veren geen of zeer korte bijveren hebben.

Hiertoe behoren de Galbulidae (zie Glansvogels) en de Bucconidae, die tot Zuid-Amerika beperkt zijn en het uiterlijk van Baardvogels hebben. Bij de onderorde Picoidea ontbreken de blinde darmen en is de bijveer goed ontwikkeld. Hiertoe behoren de Rhamphastidae (zie Pepervreters), die desmognaath zijn, de Capitonidae (zie Baardvogels) waarbij zowel desmognathe als aegithognathe geslachten voorkomen en de Picidae en Indicatoridae, die alle aegithognaath zijn. De Picidae of Spechten ontbreken slechts in de Molukken, Nieuw-Guinea, Australië, Nieuw-Zeeland, de eilanden in de Stille Oceaan en Madagaskar en verder in boomloze streken, want de spechten zijn echte boombewoners, die in holle bomen broeden, hoewel enkele soorten zoals Geocolaptes olivaceus in Zuid-Afrika en Colaptes agricola in Argentinië daarop een uitzondering maken en in holen in de grond broeden.

In Nederland komen voor: De Zwarte Specht, (Dryocopus martius), die zich de laatste 40 jaren als broedvogel hier gevestigd heeft, de Groene Specht, Picus viridis, een algemene broedvogel in bosrijke streken, evenals de Grote Bonte Specht, (Dryobates major), terwijl de Kleine Bonte Specht (D. minor) zeldzaam is. Het broeden van de Middelste Bonte Specht (D. medius) is slechts twee maal in Nederland geconstateerd. De Draaihals (lynx torquilla), die zich van de spechten onderscheidt doordat de staartveren niet stijf zijn, is een zeldzame broedvogel.

De Indicatoridae hebben hun naam (indicator = aanwijzer) te danken aan hun gewoonte bij het vinden van een wilde-bijennest luid misbaar te maken, waardoor in Afrika de Honingbeer wordt aangelokt, die het nest vanwege de honing openmaakt, terwijl de vogel daardoor bij de larven kan komen. Ook de op honing beluste inlanders letten op het geroep van deze vogels, zelfs wordt gezegd dat de vogel bij het vinden van een nest de mens opzoekt en hem daarheen lokt. De kleine familie is vnl. Afrikaans, maar één soort van Indicator komt in de Himalaya en een andere op Malaka, Sumatra en Borneo voor.

PROF. DR L. F. DE BEAUFORT

< >