Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZANGVOGELS

betekenis & definitie

vormen onder de Vogels dc orde Passeres, die ca 3/5 van alle bekende vogelsoorten bevat. De Passeres zijn gekenmerkt door een aegithognathe (zelden schizognathe) schedel (z Vogels).

De 2de, 3de en 4de teen zijn naar voren gekeerd, de 1ste teen, op hetzelfde niveau als de overige tenen ingeplant, is naar achteren gekeerd. De veren hebben geen of zeer kleine bijveer (z Vogels). Donsveren alleen op de vedervloeren (z Vogels). De vleugel vertoont eutaxie (z Vogels). De jongen komen blind uit het ei en zijn dan nagenoeg naakt. Het mondslijmvlies der jongen is meestal helder geel of oranje gekleurd, waardoor de ouders de weg naar de mond bij het „gapen” naar voedsel kunnen vinden.

Bij de onderverdeling van deze orde speelt de bouw van de syrinx (z Vogels) een grote rol. Deze kan of alleen door de trachea (tracheale syrinx), of alleen door de ringen van de bronchi (broncheale syrinx), of door beide (tracheo-bronchiale syrinx) gevormd worden.Van de spieren, die de syrinx bewegen zijn die, welke van de trachea naar de bronchi lopen (tracheo-bronchiale spieren) het belangrijkst. Bij de Passeres kunnen zij aan het midden van de bronchiaalringen zijn vastgehecht (mesomyode toestand) of aan de uiteinden van deze ringen (acromyode toestand), waarbij wij weer kunnen onderscheiden tussen de gevallen waar de aanhechting alleen aan het dorsale uiteinde der ringen geschiedt (anacromyode toestand) of aan beide uiteinden (diacromyode toestand). De Passeres worden verdeeld in twee onderorden: Desmodactylae en Eleuterodactylae.

Bij de Desmodactylae, waartoe alleen de familie Eurylaemidae (Hapvogels) behoort, is de buigpees van de eerste teen door een band (vinculum) verbonden met de buigpezen der overige tenen, zodat de eerste teen niet tot eigen bewegingen in staat is. Deze toestand herinnert aan die bij de Scharrelaars en andere primitiever vogelorden. De Eurylaemidae hebben verder een tracheobronchiale syrinx met i paar mesomyode spieren of zij zijn zonder syrinx-musculatuur. De snavel is breed en de habitus doet denken aan die van de Scharrelaars. De Eurylaemidae zijn oerwoudvogels, die in Z.O.-Azië, de Grote Soenda-eilanden en de Philippijnen voorkomen. Eén geslacht is van Afrika bekend.

Bij de Eleuterodactylae ontbreekt het vinculum. Deze onderorde kan men verdelen in de groep Mesomyodae of Clamatores (z Schreeuwvogels), Diacromyodae of Suboscines (z Liervogel) en de Oscines of eigenlijke Zangvogels, die gekenmerkt zijn door een tracheo-bronchiale syrinx met 7 paar spieren, ontstaan door splitsing van de tracheo-bronchiale spieren. De vele families, die tot de Oscines behoren, zijn moeilijk te onderscheiden, daar dikwijls overgangen worden gevonden. Wij noemen de Alaudidae (z Leeuweriken), Turdidae (z Lijsterachtigen), Timeliidae (z Snijdervogels), Muscicapidae (z Vliegenvangers), Cinclidae (z Waterspreeuwen), Troglodytidae (z Winterkoning), Laniidae (s Wurgers), Dicruridae of Drongo’s, zwartglanzende vogels met meestal diep gevorkte staart, die in Afrika, Azië en Australië voorkomen, Meliphagidae (z Honingzuigers), Nectariniidae (z Honingvogels), Certhidae (z Boomkruipers), Paridae (z Mezen), Oriolidae (z Wielewalen), Corvidae (z Kraaivogels), Parad.seidae (z Paradijsvogels), Hirundinidae (z Zwaluwen), Motacillidae (z Kwikstaarten), Zosteropidae (z Bril vogels), Dicaeidae (z Honingvogels), Fringillidae, Ploceidae, Drepanidae, Tanagridae, Parulidae (z Vinkachtigen), Icteridae (z Hangnestvogels), Coerebidae (z Suikervogels), Sturnidae (z Spreeuwvogels), Bombycillidae (z Pestvogels), en Pycnonotidae of Bulbuls, die in Afrika en Azië voorkomen en waarvan de Geelbuik Bulbul (Pycnonotus goiavier) (Maleis: Tjeloektjoek), en de Javaanse Oranjebuik Bulbul (P. aurigaster) (Maleis: Koetilang) de meest bekende zijn.

PROF. DR L. F. DE BEAUFORT.

< >