(Deens: Oeresund), zeeëngte tussen het Deense eiland Seeland en het Zweedse vasteland en in het algemeen de verbinding tussen Noordzee en Oostzee, ca 100 km lang en van 4 (tussen Helsingborg en Helsingör) tot 45 km breed. De diepte varieert van 6 tot 26 m.
Ook in koude winters vriest de Sont niet geheel dicht. Sedert het begin van de 15de eeuw hief Denemarken van alle voorbijvarende schepen een tol, de zgn. Sonttol. Slechts 6 Hanzesteden, nl. Lübeck, Hamburg, Rostock, Stralsund, Wismar en Lüneburg, waren vrij van tol en aan Zweden, Nederland en Engeland werd vermindering toegestaan. De tol gaf vaak aanleiding tot moeilijkheden tussen Zweden en Denemarken, welke o.m. in 1658 tot een oorlog leidden, waarbij de Staten-Generaal ingrepen ten gunste van Denemarken.
De Zweden werden door Van Wassenaar-Obdam in de zeeslag van de Sont overwonnen. In 1857 werd door een conferentie in Kopenhagen besloten de tol af te schaffen, waarvoor Denemarken een vergoeding van 30,5 millioen Deense daalders kreeg.Lit. G. W. Kernkamp, De sleutels v. d. S. (1890); N. E.
Bang, Tabeller over Skibfart og Varetransport gennem Oresund 1497-1660, I, IIa (København 1906, 1933); B. Christensen, Dutch Trade in the Baltic Round 1600 (1938).
