Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SIQUEIROS, david alfaro

betekenis & definitie

Mexicaans schilder, graficus en schrijver (Chihuahua 29 Dec. 1896), behoort met J. C.

Orozco en Diego Rivera tot de grondleggers van de moderne Mexicaanse schilderkunst.In 1911 was hij leerling aan de Academia San Carlos te Mexico-stad, waar hij betrokken werd bij de studentenstaking en dienst nam in het constitutionele leger. Tijdens een reis in Europa (1919-1922) kwam hij in contact met Rivera. In Spanje ontstond zijn Manifiesto a los plásticos de America, waarin hij aandringt op een monumentale en heroïsche kunst, die, gebaseerd op de nationale praehistorische beschaving, menselijk en voor een ieder toegankelijk is. In 1922 terug in Mexico-stad, werd hij er de leider van het, samen met Orozco gestichte, vakverbond van schilders. Het belang hiervan blijkt vooral uit de opbloei van de wandschilderkunst, waarvoor vele opdrachten werden verstrekt. Van 1926-’30 organiseerde hij de arbeidersbeweging in zijn land en maakte reizen naar Zuid-Amerika en de Sovjet-Unie. De strijdlust en de hartstochtelijkheid, die kenmerkend zijn voor zijn kunst, veroorzaken steeds polemieken en onrust onder de verschillende stromingen in de kunst.

Zijn werk is opgebouwd uit massale volumina en bezield door een sterk gevoel voor plastische vormgeving, dat, gecombineerd met een dramatisch coloriet, de weerspiegeling geeft van zijn sociale en menselijke opvattingen. Tot zijn werk behoren: wandschilderingen in de voorbereidende school te Mexico-stad, id. te Los Angeles en in Argentinië, en, na deelgenomen te hebben aan de burgeroorlog in Spanje tegen Franco, wandschilderingen in Cuba, Chili en Mexico-stad. Op de Biennale te Venetië in 1951 was het Mexicaanse Paviljoen een openbaring voor de internationale kunstwereld; Siqueiros ontving er een van de grote prijzen.

Bibl.: Manifiesto a los plásticos de América (1921); Trece grabados en Madera (1931); No hay más ruta que la nuestra México (1945).

Lit.: J. Charlot, Art from the Mayans to Disney (New York); A. Brenner, Idols behind Altars (New York 1929); Th. Craven, Men of Art (New York 1929); G. Hale, Fresco Painting, vrw. van J. C.

Orozco (México 1933); L. E. Schmeckebier, Modern Mexican Art (Minnesota 1933); L. Danz, Zarathustra jr speaks of Art (New York 1934); E. Edwards, Modern Mexican Frescoes (Mexico 1934); Ch. A.

Velasquez, Index of Contemporary Mexican Painting (1935); J. D. Graham, Systems and Dialects of Arts (Mexico 1936); C. Merida, Modern Mexican Art Series 1-10 (Mexico 1937); Idem, Modern Mexican Artists (Mexico 1937); Ch. A. Velasquez, Contemporary Mexican Painters (New York 1937); J.

F. Fernandez, El arte moderno en México (México 1937); W. Pach, Queer Thing Painting (New York 1938); McKinley Helm, Modern Mexican Painters (New York 1941).

< >