(thans Sinop), oorspr. een Assyrische volksplanting, gelegen aan de zuidkust der Zwarte Zee, kwam tot grote ontwikkeling toen het door Grieken uit Milete was gekoloniseerd (8ste eeuw v. Chr.).
Lange tijd bleef Sinope zelfstandig, na 370 kwam het echter onder de Perzen, daarna onder de Diadochen. In 183 veroverde Pharnakes van Pontus de stad, die hoofdstad werd van het Pontische rijk tot zij in 70 tijdens de derde Mithridatische oorlog door Lucullus werd ingenomen. Caesar maakte haar tot Romeinse kolonie met de naam Colonia Julia Felix Sinope (45). Daarna bleef zij deel uitmaken van het Romeinse rijk. Sinope werd in 1214 door de Seldjoeken veroverd, waarna het het hoofdbolwerk werd van de roofstaat Kastamoeni. In 1461 door sultan Mohammed II ingenomen, bleef het sindsdien in het bezit van de Turken.Lit.: D. M. Robinson, Ancient Sinope (1906).