Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SCHAEFFEN, alfred (von)

betekenis & definitie

graaf von, Duits generaal-veldmaarschalk (Berlijn 28 Febr. 1833 - 4 Jan. 1913), trad bij het 1ste Garde Ulanen Regiment in dienst, volgde de Kriegsakademie en maakte, als officier bij de Generale Staf, de veldtochten van 1866 en 1870-1871 mee. Na 1884 werd hij afdelingschef in de Grote Generale Staf, eerst van de Afd.

Frankrijk, daarna van Mobilisatie en Strategische opmars, werd in 1888 Ober-Quartiermeister (sous-chef) en in 1891 chef, als opvolger van Waldersee. Vergeefs ijverde hij voor uitbreiding van het aantal legerkorpsen. Omdat hij in 1905 tijdens de Marokko-crisis en na de oorlog tussen Rusland en Japan terwijl Engeland de gevolgen van de Boerenoorlog nog niet te boven was, het ogenblik gunstig achtte, drong hij op oorlog aan. In 1906 trad hij af; in 1911 werd hem de maarschalkstaf verleend. Na zijn pensionnering schreef hij over de oorlogen van 1806, 1807 en 1813 en een zeer de aandacht trekkend artikel: Cannae.Von Schlieffen heeft als adjudant van keizer Wilhelm II (sedert 1892) achter de schermen ook grote invloed op de politiek uitgeoefend. Bij het maken van zijn plannen voor de toekomstige oorlog ging hij van de onvermijdelijkheid van een twee-fronten-oorlog uit. Frankrijk moest met inspanning van zoveel mogelijk krachten vernietigd worden, vóórdat Rusland volledig op toeren was. Voor het bereiken van dat doel moesten in het beginstadium van de oorlog nederlagen aan het Oostfront — door Oostenrijk en ook door Duitsland zelf — geriskeerd worden. Voor het zo spoedig mogelijk uitschakelen van Frankrijks weerstand moest het Franse vestingstelsel (Verdun - Toul - Epinal - Belfort) door een schending van de neutraliteit van Nederland (door Limburg) en van België omgetrokken worden. Desnoods moest voor het bereiken van dat doel de linkervleugel aan het Westfront verzwakt worden — met de risico van aanvankelijke Franse overwinningen in de Elzas — om de rechtervleugel, die over de Nederlandse en Belgische Maas moest trekken, de Franse kust moest bereiken en westelijk van Parijs een grote omtrekkende beweging moest maken, zo sterk mogelijk te maken. Dit „beruchte plan-Schlieffen” is tijdens Wereldoorlog I door de Duitse generale staf wel in hoofdzaak gevolgd, maar toch met essentiële wijzigingen.

Bibl.: Gesammelte Schriften (2 dln, 1913).

Lit.: Kania, Graf S. als Vorbereiter des grossen Krieges (1915); H. Freytag-Loringhoven, General-Feldmarschall v. S. (Leipzig 1920); W. Foerster, Graf S. und der Weltkrieg, 2 dln (Berlin 1921); E. Bircher u. W.

Bode, v. S. (1937); Von Bötticher, in: Wissen u. Wehr (1933); Walter Görlitz, Der Deutsche Generalstab (Hfdst. VI) (Frankfurt 1950).

< >