(satyrspel) is een der drie vormen (naast tragedie en komedie) van het antieke Griekse drama. Aan iedere trilogie van tragedies werd een vrolijk satyrdrama toegevoegd, dat zijn naam ontleende aan de omstandigheid, dat het koor door satyrs (als bokken vermomde personen) gevormd werd.
De dichter koos uit de bestaande sagen zodanige typen als dragers van het stuk die zich humoristisch lieten behandelen, met name Herakles en Odysseus.Het is niet oorspronkelijk Attisch, maar door Pratinas uit Phlius (ca 490 v. Chr.) in Athene ingevoerd. Het werd in de stedelijke Dionysosfeesten opgenomen, omdat het publiek naast en na de opvoering der ernstige tragedies de behoefte voelde aan een mythologisch sprookjesspel met een vrolijk einde, dat bovendien recht deed wedervaren aan de vrolijke en uitgelaten kant van de Dionysos-cultus; men bedenke, dat de komedie toen nog geen kunstvorm was geworden. Geheel overgeleverd was slechts een volledig satyrdrama, de Cycloop van Euripides; maar in 1911 is op een papyrus uit Egypte een groot deel teruggevonden van de Ichneutai („Speurders”) van Sophokles: daarin zijn de satyrs onder leiding van de oude Silenus (ook een vaste figuur in het satyrdrama) op zoek naar de runderen, die de pasgeboren Hermes aan Apollo heeft ontroofd.
Lit.: P. Guggisberg, Das Satyrspiel (Zürich 1947).