in de Griekse mythologie verpersoonlijking der wilde natuur, in neigingen (ook in gestalte met paardestaart of bokshorens en bokspoten) half mens, half dier, vol scherts en kwade streken, nimfen achtervolgend. Zij worden afgebeeld met ruw haar, een stompe neus, dansend en musicerend.
Reeds vroeg golden zij als volgelingen van Dionysos. Het onderscheid met de Silenen (zie Silenos) is moeilijk te bepalen, zie Faunus.Lit.: F. Brommer, Satyroi (Würzburg 1937).