Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SARDINIË (koninkrijk)

betekenis & definitie

is van 1720-1861 de naam van een koninkrijk in Italië, dat het eiland Sardinië, het hertogdom Savoye, het vorstendom Piemont, de hertogdommen Aosta en Montferrat, het graafschap Nizza en het hertogdom Genua omvatte. De residentie was Turijn.

Het ontstond doordat Victor Amadeus II (gest. 1732), hertog van Savoye en Piemont, in 1720 het eiland Sicilië, dat hij bij de Vrede van Utrecht had ontvangen, met Karel van Oostenrijk verruilde tegen Sardinië en de koningstitel over beide delen van zijn rijk aannam. Hij nam een heel wat onafhankelijker positie in jegens het buitenland dan zijn voorgangers en deed veel voor de bloei van het land.De macht van de adel werd beperkt, het onderwijs verbeterd, een concordaat regelde beter de kerkelijke aangelegenheden; hij stichtte de universiteit te Turijn.

In 1730 werd hij opgevolgd door zijn zoon, Karel Emanuel I, die in de Poolse Successieoorlog gelukkig tegen Oostenrijk streed en bij de Vrede van Wenen (1738) Novara en Tortona verkreeg. In de Oostenrijkse Successieoorlog streed hij eerst tegen, dan met Maria Theresia en bekwam bij de Vrede van Aken (1748) gebiedsuitbreiding ten koste van Milaan. Ook hij bevorderde de welvaart van zijn land door de aanleg van kanalen, het sluiten van een handelsverdrag met Milaan en door de invoering van het Corpus Carolinum, een herzien wetboek. Hij legde belasting op de geestelijke goederen en verwierp de geldigheid van pauselijke bullen, die niet door hem bekrachtigd waren.

Hij werd in 1773 opgevolgd door zijn zoon Victor Amadeus III, die weer veel invloed aan de clerus gaf. Als verwante van het Franse koningshuis begunstigde hij gedurende de Franse Revolutie de emigranten en sloot zich bij de tegenstanders van Frankrijk aan, waarop de Fransen in 1792 zijn staten binnenrukten. Zonder enige tegenstand werden Savoye en Nizza bezet en ingelijfd bij de Franse Republiek. Tevergeefs beproefde hij met Engelse en Oostenrijkse hulp dit gebied te heroveren.

Nadat Bonaparte in 1796 het opperbevel over het Franse leger aanvaard en de verbonden legers bijna vernietigd had, sloot Victor Amadeus een wapenstilstand en 15 Mei de Vrede van Parijs, waarbij Savoye en Nizza aan Frankrijk werden afgestaan. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Karel Emanuel II (1796-1802), die 9 Dec. 1798 tegen vrije aftocht uit Turijn van zijn bezittingen op het vasteland afzag. Hij begaf zich naar Sardinië en stond in 1802 de kroon af aan zijn broeder Victor Emanuel I. In hetzelfde jaar werd Piemont, dat in 1799 tijdelijk door de Oostenrijkers bezet was, totdat de slag bij Marengo hen verdreef (1800), met Frankrijk verenigd en in 6 departementen verdeeld, en eerst na de val van Napoleon (1814 ) vielen de landen van Sardinië, nu vermeerderd met het hertogdom Genua en met de in 1796 afgestane delen, weder aan het vroegere vorstenhuis. 14 Mei 1814 hield Victor Emanuel I zijn intocht in Turijn.

Hij was goedmoedig, maar reactionnair. De Jezuïeten werden teruggeroepen, de inquisitie en de oude rechtspraak hersteld, evenals de vroegere voorrechten van adel en geestelijkheid. Alleen de drukkende belastingen en de vermeerdering der politie behield men uit het Franse stelsel.

De ontevredenheid was groot en op het bericht van de opstanden in Spanje en Napels beraamde een afdeling der Carbonari een samenzwering; zelfs prins Karel Albert van Savoye-Carignan, de vermoedelijke troonopvolger, was daarin betrokken. De koning deed afstand ten behoeve van zijn broer Karel Felix (1821-1831), terwijl Karel Albert voorlopig het bestuur waarnam. Deze proclameerde 13 Mrt 1821 de Spaanse constitutie van 1812. Men sprak zelfs van „het koninkrijk Italië”. Maar Karel Felix haastte zich een manifest uit te vaardigen, waarin hij elke constitutie verwierp en riep de hulp der mogendheden in. Deze hadden op het congres van Laibach reeds besloten aan Oostenrijk de interventie toe te vertrouwen. Karel Albert verliet Turijn en in April trokken de Oostenrijkers Piemont binnen, sloegen de opstandelingen bij Novara uiteen en herstelden in enige dagen de oude toestand (zie verder Italië, geschiedenis tot de vorming der eenheid).

Lit.: N. Bianchi, Storia della monarchia piemontese, 1773-1861, 4 dln (1877-1885) (gaat tot 1814); Idem, La casa di Savoia e la monarchia italiana (2 dln, 1884); Carutti, Storia della diplomazia della corte di Savoia, 4 dln (1873-1880); Idem, Storia della corte di Savoia durante la rivoluzione e l’impero francese 1773-1815, 2 dln (1892).

< >