Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SANDERS, jan

betekenis & definitie

genaamd van Hemessen, Vlaams Renaissanceschilder van godsdienstige en mythologische voorstellingen en genrestukken, leefde in de 16de eeuw en moet, volgens Guicciardini, vóór 1567 gestorven zijn. Hij tekende zijn werken eerst: J.

Sanders, naderhand: J. Sanders van Hemessen, J. Sa. van Hemessen, later J. van Hemessen. Hij was waarschijnlijk afkomstig uit Hemissen, bij Antwerpen.Wij ontmoeten hem het eerst in 1519, als leerling ingeschreven bij Hendrik van Cleve te Antwerpen. Tussen 1528 en ’36 wordt hij niet meer te Antwerpen vermeld en men veronderstelt dat hij toen een reis naar Italië ondernam, wat zou blijken uit een onlangs bekend geworden schilderij met een handtekening, gevolgd door het woord „Florentiae”; in 1537 was hij weer te Antwerpen terug. Men is over het algemeen overtuigd dat het ingewikkeld monogram op De Parabel van de Uitgenodigden, te Brunswijk, van deze meester is en niet van Jan van Amstel, en dat dit werk, met ander van deze aard, uit zijn jeugd stamt. Zijn werk wordt gekenschetst door plastische voorstelling en sterke kleurigheid. Hij groepeert gaarne de personages op de voorgrond, geeft ze een volle ronding, bekommert zich weinig om perspectief en bereikt de dieptevoorstelling alleen door zijn vormgeving.

PROF. DR LEO VAN PUYVELDE

Lit.: F. J. van den Branden Gesch. der Antw. Schilderschool (Antwerpen 1883); O. Eisemann, Über H. u. d. Braunschweiger Monogrammisten, Repert. f. Kunstwiss., IV (1884); F.

Graefe, J. S. van H. (Leipzig 1909); P. Wescher, J. v. H. Belvedere, 1929; M. J.

Friedländer, Die altniederl. Malerei, XII (1935); R. Genaille, J. van Amstel, le Monogrammiste de Brunswick, Revue belge d’Arch. et d’Hist. de l’Art, XIX (1950); Leo van Puyvelde, Nouv. œuvres de J. v. H., Revue belge d’Arch. et d’Hist. de l’Art, XX (1951).

< >