Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SAINTE-BEUVE, charles augustin

betekenis & definitie

Frans schrijver (Boulogne-sur-Mer 23 Dec. 1804 - Parijs 13 Oct. 1869), studeerde geneeskunde, werd echter spoedig een ijverig lid van de romantische Cénacle, die zich om Victor Hugo schaarde. Beroemd werd hij reeds door zijn eerste werk: Tableau historique et critique de la poésie française au XVIe siècle (1828), waarin hij Ronsard weer in zijn eer herstelde.

Na de Juli-revolutie onderging hij de mystiek-religieuze en utopistisch-socialistische invloed van Père Enfantin en Lamennais. In zijn, door de Engelse „Lake poets” geïnspireerde Vie, Poésies et Pensées de Joseph Delorme (1829) toonde hij zich een dichter, niet van brede allure, maar met een eigen accent, in zekere zin een voorloper van Baudelaire. In zijn autobiografische roman Volupté (1834) gaf hij in romantische stijl de zeer reële geschiedenis van de literaire en morele crisis, waarin hij geraakt was door zijn schuldige liefde voor Adèle Hugo. Hij ging naar Lausanne; uit de aldaar gehouden voorlezingen ontstond de Histoire de Port-Royal (1840-’48, 3 dln; 1867, 7 dln; 1925-1932, 8 dln), een der meesterwerken van de Franse literaire critiek.In 1840 werd hij conservator aan de Mazarin-bibliotheek, maar verloor deze betrekking door de revolutie van 1848. Hij ging naar Luik en uit de daar gehouden voordrachten ontstond zijn Chateaubriand et son groupe littéraire sous l’Empire (1861; éd. crit. 1949). Toen Napoleon III zich van de troon had meester gemaakt, werd Sainte-Beuve hoogleraar in de Latijnse dichtkunst aan het Collège de France; intussen brachten zijn colleges onder republikeins gezinde studenten zulke stormen van ontevredenheid teweeg dat zij werden gesloten. Hij trok zich in het ambteloos leven terug. De keizer beloonde zijn goede diensten, door hem in 1865 tot senator te benoemen. Als zodanig trad hij, zich distanciërend van het keizerschap, herhaaldelijk op voor de vrijheid van onderzoek en van drukpers.

Sedert 1849 schreef Sainte-Beuve voor verschillende bladen (Le Constitutionnel, Le Moniteur o.a.) zijn wekelijkse feuilletons en op deze studies, de bekende Causeries du lundi, berust bovenal zijn roem als criticus. Na uiterst zorgvuldige documentatie, gedreven door een niets ontziende waarheidsliefde, ontleedde hij met groot indringingsvermogen, met fijne intuïtie, met begrip voor het mechanisme van de literaire creatie, het werk van een eindeloos aantal figuren uit de Franse geschiedenis en letterkunde, steeds speurend naar de mens die zich uitspreekt in dit werk en die hij, naar eigen uitdrukking trachtte te tonen „intus et in cute”. Zijn door jaloezie gescherpte blik misleidde zijn oordeel over zijn tijdgenoten (over Hugo, Michelet, De Vigny in ’t bijzonder), vooral in zijn Cahiers intimes die hij zelf betitelde als „Mes Poisons”, en in de clandestiene artikelen uit de Revue Suisse. Als gedesillusionneerde en vaak wrange moralist manifesteerde zijn gecompliceerde persoonlijkheid zich in de series „Maximes” en „Pensées”, verspreid tussen zijn critische studies en in de reeds genoemde „Cahiers intimes”.

DR R. WIARDA

Bibl.: Poëzie: Les Consolations (1830); Pensées d’août (1837); Le Livre d’amour (1843, gepubl. 1904).

Romans: Volupté (p.p. M. Allem, 1934); Le Clou d’Or (onvolt. 1881); Mme de Pontivy en Christel (2 novellen, 1920).

Critiek: Critiques et portraits litt. (1836-’39, 5 vol.); Portraits litt. (1844); Derniers portraits litt. (1852); Portraits de femmes (1844); Portraits contemporains (1869-’71, 5 vol.); Causeries du lundi (1857-’73, 15 vol.); Nouveaux lundis (1863-’70, 13 vol.); Premiers lundis (1874-’75, 3 vol.); Table alphabétique et analytique des Premiers lundis etc. (1904); Etude sur Virgile (1857); P.-J. Proudhon, sa vie et sa correspondance 1838-1848 (1872); Chroniques parisiennes (1876); Les Cahiers de S.-B. (1876); Mes Poisons (cah. intimes p.p. V. Giraud, 1926); Les grands Ecrivains français (p.p. M. Allem, 1926-’33, 22 vol.); La litt. fr. des origines à 1870 (1926-’27, 10 vol.); Notes inédites (p.p.

Ch. Guyot, 1931); Port-Royal, le cours de Lausanne 1837-’38 (p.p. J. Pommier, 1937); Corresp. générale (p.p. J. Bonnerot, t. I-V, 1935-1948).

Lit.: G. Michaut, S.-B. avant les lundis (1903); S.-B. (1921); A. Bellessort, S.-B. et le XIXe s. (goede inleiding, 1927); E. Seillière, S.-B. agent, juge et complice de l’évolution romantique (1921); E. Benoit-Lévy, S.-B. et Mme Victor Hugo (1926); (Dr) G. Morin, S.-B. et la médecine (1928); J.

Pommier, Port-Royal de S.-B. (1935); V. Giraud, La vie secrète de S.-B. (1935); M. Allem, S.-B. et „Volupté” (1935); M. Leroy, La pensée de S.-B. (1940); La politique de S.-B. (1941).

< >