hoofdstad van het Zwitserse kanton Vaud, met (1951) 107680 inw., ca 1 km van het Meer van Genève gelegen en daarvan door de voorstad en haven Ouchy gescheiden, ligt tegen de Jorat op 520 m hoogte, d.i. 145 m boven de oppervlakte van het meer.
STADSBEELD
De stad bezit o.a. een universiteit, een bibliotheek, een museum en tal van onderwijsinstellingen (w.o. bijna 200 pensionaten). De thans Hervormde prachtige kathedraal werd in 12351275 gebouwd. Verder zijn merkwaardig de Saint François-kerk (uit 1449) en het grote viaduct, de Grand Pont of Pont-Pichard (gebouwd van 18391844). In de wijk St-Laurent bevindt zich de kerk St-Laurent en in de wijk Grand-Pré de Ste-Claire. Het stadhuis is van 1675. Het Rumine-paleis, dat in 1906 gereed kwam, bevat de universiteit, musea en de bibliotheken. In het park Montbenon bevindt zich het Palais de Justice Cantonal (1886); het Tribunal Fédéral (1927) ligt in het park Mon Repos. De stad, die op het Z. ligt, aan de noordzijde door de bergen beschermd, is omringd door prachtige tuinen en buitenverblijven. Sedert igio is de stad door een kabelspoorweg met de haven Ouchy, beneden aan het meer van Genève, verbonden. Een ander lijntje voert naar het op 647 m hoogte gelegen „Signal”. Wijn- en druivenhandel en het druk bezoek van vreemdelingen vormen er belangrijke bronnen van bestaan. Er zijn o.a. fabrieken (chocolade, tabak en machines).
GESCHIEDENIS
In 590 werd te Lausanne de zetel van een bisschop gevestigd. De bisschoppen kregen in 1011 ook grafelijke rechten over een deel van het Pays de Vaud. De burgers van de stad echter wisten zich meer en meer vrij te maken, profiterende van de gespannen verhouding der bisschoppen tot de graven, later hertogen, van Savoye.
Met de verovering door Bern werd in 1536 de Hervorming ingevoerd. Stad en land behoorden sedert tot het kanton Bern. Na Jan. 1798 vormden zij het afzonderlijke kanton Léman. Sinds 1803 is Lausanne hoofdstad van het kanton Vaud (Waadt). In 1890 kreeg de stad een universiteit.
Lit.: B. v. Muyden e.a., L. à travers les âges (Lausanne 1906) ; Idem, Pages d’histoire lausannaise (1911); G. A. Budel e.a., L., promenades hist. et archéol. (Lausanne 1931); H. Meylan, La haute école de L. 1537-1937 (Lausanne 1937); J. G. Biaudet, L. (Lausanne 1946); Etudes et documents pour servir à l’histoire de l’Université de L. (1947).
Vredesverdrag van Lausanne (I).
Aan de Italiaans-Turkse Tripoli-oorlog werd door de op 15 Oct. 1912 te Ouchy gesloten en de 18de daaraanvolgende te Lausanne ondertekende vrede een einde gemaakt. De voornaamste bepalingen van dit vredesverdrag waren de volgende: De bij de wet van 25 Febr. 1912 door Italië onder zijn souvereiniteit gebrachte gebieden van Tripoli en Cyrenaica werden van het Turkse Rijk afgeschei-
den. Italië zou hiertegenover de eilanden in de Aegeïsche Zee, die het bezet had, ontruimen. Aan Turkije werd verder een schadeloosstelling toegekend. Italië garandeerde de godsdienstvrijheid in de verworven provincies.
Vredesverdrag van Lausanne (2)
Op 10 Aug. 1920 was te Sèvres tussen Armenië, België, Engeland, Frankrijk, Griekenland, Hidjaz, Italië, Japan, Polen, Portugal, Roemenië, Tsjechoslowakije en Joegoslavië ter eenre, en Turkije ter andere zijde, een voor dit laatste land zeer ongunstig vredesverdrag ter beëind191ng van de oorlog tussen beide partijen gesloten. Nadat de Turkse Nationale Vergadering geweigerd had er haar goedkeuring aan te geven, plaatste de schitterende overwinning, die de Turken in de voortgezette oorlog over de in Klein-Azië gelande Griekse troepen bevochten, de vroeger overwonnene in een aanmerkelijk gunstiger positie. Bij opnieuw aangeknoopte, langdurige onderhandelingen te Lausanne gelukte het de Turkse regering een zeer veel minder ongunstig verdrag te bedingen. De op 20 Nov. 1922 begonnen besprekingen leidden tot het op 24 Juli van het volgende jaar gesloten verdrag van Lausanne, dat de goedkeuring der partijen verkreeg. De mandaatgebieden Syrië, Palestina en Irak werden van Turkije afgescheiden. De verdragsstaten erkenden de algehele afschaffing der capitulaties (art. 28). Turkije verbond zich tot een minderheden-bescherming onder toezicht van de Volkenbond, op ongeveer dezelfde voet als zulks in de overige, na Wereldoorlog I gesloten, vredesverdragen was geschied (artt. 37 vlgg.). Onder de financiële bepalingen namen die, betreffende de verdeling van de Turkse openbare schulden, een voorname plaats in (art. 6 vlgg.). Van geldelijke schadevergoeding voor in de oorlog toegebrachte verliezen werd van weerszijden afgezien (art. 59).
Lit.: G. Streit, Der Lausanner Vertrag und der Griechischtürkische Bevölkerungsaustausch (Berlin 1929) ; J. P. A. François, Handboek van het volkenrecht (dl I, Zwolle 1949) : O. Sauerteig, Die völkerrechtliche Stellung der Dardanellen im Vertrag von L. (Erlangen 1932).