Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SABBE, maurits

betekenis & definitie

Vlaams schrijver (Brugge 9 Febr. 1873 - Antwerpen 12 Febr. 1938), zoon van de vorige. Hij promoveerde te Gent in de wijsbegeerte en letteren (1896), was leraar in verschillende inrichtingen van middelbaar onderwijs, werd in 1903 leraar aan het Athenaeum te Mechelen, in 1907 aan het Conservatorium te Antwerpen (toneelklas), in 1919 conservator van het Museum Plantijn te Antwerpen, in 1923 hoogleraar in de Nederlandse letterkunde te Brussel.

Hij liet een zeer uitgebreid belletristisch werk na, cantates, gelegenheidsgedichten, liederen, toneelstukken, romans en verhalen, alsook verschillende bundels literaire critiek en studies op het gebied van de geschiedenis van de letterkunde, de muziek en de drukkunst in Vlaanderen. Sommige van zijn eenacters, als Bietje, behoren steeds tot het Vlaamse repertoire. In zijn ietwat week maar charmerend verhalend proza, dat steeds keurig en eenvoudig is, toont hij zich een laat-romanticus, die het oude, vredige Brugge met goedmoedige humor oproept.DR R. F. LISSENS

Bibl.: Romans en novellen: Aan ’t Minnewater (Amsterdam 1898); Een Mei van Vroomheid (Maldegem 1903); Vlaamsche Menschen (ibid. 1907); De Filosoof van ’t Sashuis (Bussum 1907); De Nood der Bariseele’s (ibid. 1912); In 't Gedrang (ibid. 1915); t Pastorken van Schaerdycke (ibid. 1919); ’t Kwartet der Jacobijnen (ibid. 1920).

Toneel: Pinksternacht (Gent 1902); Fanny’s Sonnet (Antwerpen 1910); Bietje (ibid. 1913); Caritate (Bussum 1914); Pluk den Dag (Antwerpen 1927).

Literaire studies: Het Leven en de Werken van Michiel de Swaen (Brussel 1903); Het Proza in de Vlaamsche Letterkunde (Bussum 1909) Mozaïek (Antwerpen 1912); Dierkennis en Diersage bij Vondel (ibid. 1917); Redevoeringen en Studies (ibid. 1924); Letterkundige Verscheidenheden (ibid. 1928); Brabant in ’t Verweer (ibid. 1933); Peilingen (ibid. 1937); Uit den taalstrijd (ibid. 1939). Cultuurhistorische studies: o.a. Christoffel Plantin (Antwerpen 1921); Uit het Plantijnsche huis (ibid. 1924); De Moretussen en hun kring (ibid. 1928).

Muziekstudies: Wat Oud-Vlaanderen zong (Antwerpen 1920); Peter Benoit, zijn leven en zijn werk (ibid. 1925); De muziek in Vlaanderen (ibid. 1928).

Lit.: R. Roemans, Analytische bibliographie van en over M. S. (Gent 1933); L. Monteyne, De Sabbe’s (Antwerpen 1934); F. V. Toussaint van Boelaere, M. S. in: Jaarboek Mij Leiden 1939.

< >