Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Romeyn de HOOGHE

betekenis & definitie

Nederlands schilder, graveur, kaartetser, beeldhouwer, goudsmid, uitgever, kunsthandelaar en schrijver (Amsterdam ged. 10 Sept. 1645 - Haarlem 10 Juni 1708), zoon van een knopenmaker, was te Amsterdam gevestigd ,,In de wackere Hond”, verhuisde na een grote erfenis gekregen te hebben in 1681 naar Haarlem, waar hij in 1687 Commissaris werd van de Kleine Bank van Justitie en in 1688 een tekenacademie stichtte, en promoveerde in 1689 te Harderwijk in de rechten. Hij is vnl. bekend als graveur en etser en als zodanig een der belangrijkste kunstenaars uit de 2de helft van de 17de eeuw in Holland.

Zijn omvangrijk grafisch werk was gewijd aan de grote historische gebeurtenissen van zijn tijd, ter verheerlijking van het regeringsbeleid van stadhouder Willem III. In het Raadhuis te Enkhuizen (Burgerzaal) zijn 8 „grisailles” op linnen en in de Burgemeesterskamer een wandversiering van zijn hand aanwezig. Hij was ook emailleur en stempelsnijder. JHR. DR CH. H. DE STUERS

Bibl.: Schouburg der Nederlandse veranderingen (Amsteldam 1674); Relation du voyage de sa Majesté britannique en Hollande (La Haye 1692); Cartes marines (Amsterdam 1693); Esopus in Europa (40 nrs, 1701-02, 2de dr. 1738, politieke satiren); Spiegel van staat des Ver. Nederlands (2 dln, Amsterdam 1706-07); L’académie de l’admirable art de la lutte (Leide 1712) ; Hieroglyphica of merkbeelden der oude volkeren. Overz. d. A. H. Westerhovius (Amsteldam 1735).

Zijn politieke strijd met mr Nic. Muys van Holy deed een stroom van pamfletten ontstaan (Pamfl. cat. v. Knuttel, no 13534-13553).

Lit.: M. Roest Mz. in de Navorscher VII (1857); S. G. de Vries, Een brief v. R. d. H., in: Oud-Holland X (1892); A. O. v.

Kerkwijk, R. d. H. als ontwerper v. penningen, in: Jaarb. munten penningk. II (1915); F. G. Waller, De familie v. d. etser R. d. H., in: De Wapenheraut XXIV (1920); M.

D. Henkel, R. d. H. als illustrator, in: Maandbl. v. beeldende kunsten III (1926); F. W. D. G.

A. v. Hattum, Boekillustraties v. R. d. H., in: Imp II (1942), met korte bibliografie.

< >